Quaestor

13 dagen over

Investeer in geschiedenisonderwijs

Door onze World History Foundation te steunen, investeer je in de toekomst van het geschiedenisonderwijs. Jouw donatie helpt ons om de volgende generatie te voorzien van de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om de wereld om hen heen te begrijpen. Help ons het nieuwe jaar te beginnen, klaar om meer betrouwbare historische informatie te publiceren, gratis voor iedereen.
$2176 / $10000

Definitie

Donald L. Wasson
door , vertaald door Menno Kok
gepubliceerd op 23 augustus 2023
Beschikbaar in andere talen: Engels, Frans, Portugees, Spaans, Turks
Luister naar dit artikel
X
Artikel afdrukken
Temple of Saturn, Rome (by Elias Rovielo, CC BY-NC-SA)
Tempel van Saturnus, Rome
Elias Rovielo (CC BY-NC-SA)

Een Quaestor (“degene die vragen stelt”) was het oudste en laagste ambt van de cursus honorum, oftewel “pad van eer”, in het oude Rome. Het ambt werd gezien als een opstap voor een hoger ambt in het Romeins bestuur en de taken van de quaestor varieerden van het beheer van publieke eigendommen, het toezicht op de financiën tot het innen van belastingen en de werving in provincies, alsmede andere taken.

Net als alle andere magistraten werd de quaestor niet betaald, wat de toegang tot de positie beperkte tot de weinigen met een alternatieve bron van inkomsten. Het diende echter nog steeds als toegangspoort voor vele jonge Romeinen die een politieke loopbaan nastreefden. Ondanks dat de ladder van origine flexibel was, werd deze gecodificeerd in de Lex Villia Annalis van 180 v.Chr., die de minimumleeftijd voor het bekleden van elk ambt vaststelde. De wet zou later bevestigd worden door de Romeinse legerleider en dictator Sulla omstreeks 82 v. Chr.

Oorsprong van de Quaestor

De quaestor of quaestor parricidii kwam voor het eerst voor onder het bewind van de koningen en had gerechtelijke bevoegdheden: hij vervolgde moordzaken en was werkzaam als politie-inspecteur. De positie bleef in zekere mate bestaan gedurende de Romeinse Republiek, maar verdween geleidelijk tegen de tweede eeuw v.Chr. Ten tijde van de Romeinse Republiek werden nieuwe ambten geïntroduceerd: de aedilis had het toezicht over de markten, de censor registreerde burgers en soldaten, de praetor diende als juridisch official en was tweede bevelhebber van het leger en, als laatste, de quaestor beheerde de publieke eigendommen en de financiën.

MEESTE PERSONEN TRADEN TOE TOT DE SENAAT VIA HET AMBT VAN QUAESTOR, BIJ DE BENOEMING KREGEN ZIJ AUTOMATISCH EEN ZETEL.

Bij de oprichting van de Republiek waren er maar twee quaestors – quaestores aerarii – aan elk van de consuls werd er één toegewezen. Ze beschikten over een staf van klerken en kregen de controle over de financiën onder supervisie van de Romeinse senaat. De schatkist controleerde alle staatsdocumenten zowel financieel als niet financieel. De voornaamste schatkist, de aerarium Saturni, bevond zich aan de voet van de Capitolijnse Heuvel in Rome.

Ondanks dat er uitzonderingen waren, traden de meeste personen tot de senaat toe via het ambt van quaestor, door de benoeming verkreeg je automatisch een zetel in de senaat. Deze eerste stap op het pad werd gewoonlijk bereikt op de leeftijd van 30 jaar – zoals wettelijk was vastgesteld – nadat je minimaal tien jaar in het Romeinse leger had gediend. De volgende stap was het ambt van aedilis op 38-jarige leeftijd, die toezicht hield op het openbaar onderhoud: Romeinse wegen, voedsel en watervoorziening en de spelen. De praetor beschikte evenals de consul over imperium en, op de leeftijd van 43 jaar had juridische taken met zowel civiele als provinciale jurisdictie. Na de lange klim was een persoon klaar om consul te worden.

Uitgebreide Taken

Na 447 v.Chr. werd de quaestor verkozen door de volksvergadering, de comitia tributa. Met het aan de macht komen van de plebejers onder autoriteit van de Wet van de Twaalf Tafelen werden twee quaestors toegevoegd en kwam het totaal op vier: twee van de quaestors dienden als kwartiermakers voor de consuls onderweg, terwijl de overige twee in Rome bleven om de financiële zaken van de schatkist te overzien. Onder Sulla (138-78 v.Chr.) werd het aantal quaestors uitgebreid tot 20 en om deze uitbreiding in goede banen te leiden breidde hij ook de senaat uit. Julius Caesar (100-44 v.C.) verhoogde het aantal quaestors tot 40; zijn geadopteerde zoon en opvolger, de Romeinse keizer Augustus (regeerde van 27 v.Chr. tot 14 n.Chr.) bracht het echter weer terug tot 20. Sulla had de minimumleeftijd van 30 jaar voor quaestor, conform de wet, herbevestigd, maar Augustus bracht deze terug tot 25 jaar en hevelde de verkiezing tot quaestor over aan de senaat. Een andere grote verandering tijdens de begindagen van het Romeinse Keizerrijk was de benoeming van twee quaestores Augusti die dienden als boodschapper voor de keizer, naast hun financiële verantwoordelijkheden.

Ancient Roman Society and Social Order
Oud Romeinse Maatschappij en Sociale Orde
Simeon Netchev (CC BY-NC-ND)

Met de toevoeging van nieuwe gebieden aan de Republiek, werden grote veranderingen in het provinciale bestuur noodzakelijk. Toen Sicilië, Corsica en Sardinië werden verworven ten gevolge van de Eerste Punische Oorlog (264-241 v. Chr.), werd een praetor aangesteld als gouverneur terwijl een quaestor hem begeleidde en de belastinginning en het rekruteren van soldaten voor het Romeinse leger voor zijn rekening nam. Er werd niet voorzien in verdere provinciale bureaucratie. Dit concept zou model staan voor alle provinciale besturen in de Republiek. Ondanks dat de meeste quaestors het ambt één jaar uitvoerden, diende de quaestor die was toegewezen aan een provinciale magistraat meestal een minimum van twee jaar, af en toe drie. Als de magistraat voor wat voor reden dan ook afwezig was, werd van de quaestor verwacht het bevel over te nemen als pro praetore of gezant van de keizer.

Zelfs na zijn tijd als quaestor erop zat, bleef hij zijn gehele leven in trouw (fides) gebonden aan zijn voormalige commandant. Zijn financiële verslagen konden gebruikt worden in een rechtszaak ter herstel of het zekerstellen van compensatie voor illegale verwerving van geld of eigendommen door een Romein. Met de praetor als voorzitter, bestond de jury tegen 70 v. C. voor één derde uit senatoren, voor één derde uit leden van de ridderstand en één derde uit tribuni aerarii. Zo nu en dan kon een quaestor verleid worden om zijn eigen commandant te vervolgen om zijn eigen carrière vooruit te helpen.

Cato, Caesar & Cicero

Twee van de meest prominente staatsmannen van de Republiek onderscheidden zich als quaestor: Porcius Cato (Cato de Jongere, 95-46 v.Chr.) en Julius Caesar. Cato had als taak het toezicht over de financiën. Voor Cato’s tijd als quaestor (69 v.Chr.) hadden veel quaestors hun verantwoordelijkheden verwaarloosd en lieten het papierwerk en de dagelijkse werkzaamheden voor wat de betreft de financiën over aan hun klerken. Cato zag het echter anders; zijn ambtsperiode stond bekend als een nachtmerrie. Op voorhand had hij de verplichtingen van de quaestor en het doel van de schatkist bestudeerd en hij eiste van zijn klerken om hun verslagen in te laten zien, welke hij grondig doornam en waarin hij fouten vond – sommige kwamen door de onwetendheid van de klerk, terwijl andere opzettelijk waren gemaakt. Hij vond niet geïnde schulden en vervalste documenten (zelfs besluiten van de senaat).

Alhoewel hij zichzelf als zijn vriend beschouwde, beschreef Cicero dat Cato’s waakzaamheid over de financiën als grenzend aan halsstarrigheid. Genadeloos las hij de klerken de les over ondeugdelijk en slordig boekhouden, inadequate procedures en diende aanklachten in tegen vele leden van de Romeinse adel, die de staat nog geld schuldig waren. Klerken die schuldig waren bevonden aan wangedrag werden ontslagen of vervolgd. De rechtbanken stroomden over met nieuwe zaken en speciale rechters moesten aangesteld worden. Onder zijn controle nam de reputatie van de schatkist op het gebied van efficiëntie en eerlijkheid toe.

Anders dan Cato verwierf Caesar, die toevalligerwijs een van de rechters was bij Cato’s zaken, een buitenlandse aanstelling in Hispania Ulterior. Caesar benutte zijn periode in Spanje als voorbereiding op zijn politieke toekomst. Gedurende zijn tijd als quaestor diende hij onder de gouverneur Antistus Vetus. Zijn positie was saai; hij reisde van dorp tot dorp, inde belasting, besliste zaken en beslechtte geschillen, maar het bood hem de mogelijkheid om zichzelf kenbaar te maken onder de provincialen. Met zijn aanstelling van quaestor in 67 v.Chr. had zijn eerste veelbetekenende doel bereikt: een zetel in de senaat.

Een andere opmerkelijke quaestor was de Romeinse staatsman, orator en stoïcijnse filosoof Marcus Tullius Cicero (106-43 v.Chr.). Vroeg in zijn carrière haalde hij zich de toorn van de Romeinse dictator Sulla op de hals en koos ervoor om Rome te verlaten en filosofie te gaan studeren in Athene. In 78 v.Chr. overleed Sulla en in 77 v.Chr. keerde Cicero terug in Rome met de goede bedoeling zijn juridische carrière opnieuw op te bouwen en begon campagne te voeren om verkozen te worden tot quaestor. In 75 v.Chr. won hij de verkiezing en werd een van de twee quaestors die hun standplaats in Sicilië hadden. Sicilië werd verworven na de Eerste Punische Oorlog en was een belangrijke leverancier van graan voor Rome. Onder Cicero’s taken viel het berekenen van de prijs van het graan en de hoeveelheid en prijs van het overschot. Toen hij in 74 v.Chr. terugkeerde naar Rome, had het respect verdiend van zowel degenen in Sicilië als in Rome. En, net als Caesar, was zijn entree in de senaat zijn echte doel achter zijn benoeming tot quaestor. Cicero geloofde in eerlijkheid en volgens Anthony Everitt in zijn Cicero, “Hij had zijn waarde als publiek beambte bewezen. Hij was in staat geweest zijn vaardigheden als advocaat te oefenen en perfectioneren in een meer ontspannen sfeer dan het Forum” (70).

Quaestors tijdens het Keizerrijk

De kiezers Augustus en Nero (regeerde 54-68 n.Chr.) ontdeden de quaestors van hun taken voor de financiën, hoewel keizer Claudius (regeerde 41-54 n.Chr.) tijdelijk hun aantal terugbracht tot 20. Nero veranderde hun taken in het toezicht op de spelen en wees hun verantwoordelijkheden aan andere keizerlijke beambten toe. In de provincies behielden zij echter de meeste van hun financiële plichten. Ondanks dat elders quaestors nieuwe taken kregen toebedeeld, hadden de keizer en beide consuls ieder de beschikking over twee quaestores Caesaris, die gekozen werden door de keizer, meestal uit de patricische klasse.

In het late keizerrijk namen de taken van de keizers quaestor toe in belang, doordat hij woordvoerder van de keizer werd – de quaestor sacri palatii (“quaestor van het heilige paleis”) – en hielp bij het opstellen van wetten. Zijn functie werd verder uitgebreid onder de keizers Constantijn de Grote (regeerde 306-337 n.Chr.) en Justinianus I (regeerde 527-565) onder wie hij een juridisch adviseur werd en petities behandelde.

Vragen en antwoorden

Wat zijn de taken van een quaestor?

In de loop der tijd veranderden de taken van de quaestor veel. Oorspronkelijk werd het ambt gecreëerd ter vervolging van moorden, gedurende de Romeinse Republiek waren quaestors verantwoordelijk voor het beheren van publieke eigendommen, toezicht op de financiën en het innen van belastingen in de provincies. Vanaf de dagen van Augustus tot de tijd van Justinianus groeide de taken van de quaestor uit van beheerder van de schatkist tot adviseur van de keizer.

Is de praetor hoger in rang dan de quaestor?

Ja. Quaestor was de laagste rang in het Romeins bestuur. Praetors dienden als gerechtelijke ambtenaren, waren de op één na hoogste militaire bevelhebbers en waren gouverneurs in provincies.

Over de vertaler

Menno Kok
Na mijn rechtenstudie ben ik de afgelopen jaren werkzaam geweest als salarisadministrateur in de uitzendbranche. Zolang ik mij kan herinneren heb ik een grote interesse gehad voor geschiedenis en dan met name de klassieke oudheid.

Over de auteur

Donald L. Wasson
Donald onderwees klassieke, middeleeuwse en de geschiedenis van de Verenigde Staten aan Lincoln College (Normal, Illinois) en is en zal altijd een student geschiedenis blijven, vanaf het moment dat hij in aanraking kwam met Alexander de Grote. Hij draagt graag kennis over aan zijn studenten.

Dit werk citeren

APA-stijl

Wasson, D. L. (2023, augustus 23). Quaestor [Quaestor]. (M. Kok, Vertaler). World History Encyclopedia. Ontleend aan https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-11784/quaestor/

Chicago stijl

Wasson, Donald L.. "Quaestor." Vertaald door Menno Kok. World History Encyclopedia. Laatst gewijzigd augustus 23, 2023. https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-11784/quaestor/.

MLA-stijl

Wasson, Donald L.. "Quaestor." Vertaald door Menno Kok. World History Encyclopedia. World History Encyclopedia, 23 aug 2023. Web. 18 dec 2024.