De Zwarte Dood was een pestpandemie die het middeleeuwse Europa teisterde van 1347 tot 1352. De ziekte kostte naar schatting 25 tot 30 miljoen mensen het leven. De pandemie begon in Centraal-Azië en werd door Mongoolse krijgers en handelaren naar de Krim gebracht. De pest kwam vervolgens Europa binnen via Italië, misschien meegenomen door ratten of menselijke parasieten via handelsschepen die vanuit Zwarte Zee naar Genua voeren.
De ziekte werd veroorzaakt door de bacillusbacterie Yersinia pestis en door vlooien op knaagdieren overgedragen, hoewel recente studies suggereren dat menselijke parasieten zoals luizen mogelijk ook dragers konden zijn. De pest stond bekend als de Zwarte Dood omdat het de huid en zweren zwart kon kleuren, met als andere symptomen koorts en gewrichtspijnen. Een sterfpercentage tot tweederde van de patiënten leidde tot de schatting dat tussen de 30% en 50% van de bevolking van de getroffen plaatsen stierf aan de Zwarte Dood. Het dodental was zo hoog dat er aanzienlijke gevolgen waren voor de Europese middeleeuwse samenleving als geheel, met een tekort aan boeren dat leidde tot eisen om een einde te maken aan lijfeigenschap, tot een gezagscrisis en opstanden, en tot de totale verlatenheid van vele steden en dorpen. Het was de ergste plaag in de menselijke geschiedenis en het zou 200 jaar duren voordat de bevolking van Europa zich had hersteld tot het niveau van vóór de Zwarte Dood.
Wat waren de oorzaken van de pest?
De pest is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacillusbacterie die wordt gedragen en verspreid door parasitaire vlooien op knaagdieren, met name de bruine rat. Andere parasieten, waaronder ook die op de menselijke huid leven, kunnen de ziekte eveneens hebben verspreid. Er zijn drie soorten pest, en alle drie waren waarschijnlijk aanwezig in de Zwarte Dood-pandemie: builenpest, longpest en (vaak als complicatie van long- of builenpest) pestsepsis. Builenpest kwam het meest voor tijdens de uitbraak in de 14e eeuw en veroorzaakte ernstige zwellingen in de lies en oksels (de lymfeklieren) die een afstotelijke zwarte kleur aannamen, vandaar de naam 'Zwarte Dood'. De zwarte zweren die het hele lichaam kunnen bedekken, veroorzaakt door inwendige bloedingen, stonden bekend als buboes (builen), waaraan builenpest zijn naam ontleent. Andere symptomen zijn vliegende koorts en gewrichtspijnen. Zonder behandeling is builenpest dodelijk bij 30 tot 75% van de infecties, vaak binnen 72 uur. De andere twee soorten pest - longpest en pestsepsis - zijn in vrijwel alle gevallen dodelijk.
Wat waren de symptomen van de pest?
De vreselijke symptomen van de ziekte werden beschreven door schrijvers uit die tijd, met name door de Italiaanse schrijver Boccaccio in het voorwoord van zijn Decamerone uit 1358. Een andere schrijver, de Welshe dichter Ieuan Gethin, deed misschien de beste poging om de zwarte zweren te beschrijven die hij in 1349 met eigen ogen zag:
We zien de dood in ons midden komen als zwarte rook, een plaag die de jongeren afsnijdt, een rondzwervend spook dat geen genade toont voor een jeugdig gelaat. Ik gruwde van die zwelling in de oksel... Hij heeft de vorm van een appel, zoals de kop van een ui, een kleine steenpuist die niemand spaart. Hij brandt verzengend, als een gloeiende sintel, een pijnlijk groeisel met de kleur van as ... Ze zijn vergelijkbaar met de zaden van zwarte erwten, brokken van broze houtskool uit zee... sintels van de schillen van kokkelkruid, een verward mengsel, een zwarte plaag van halve penny's, van bessen... (Davies, 411).
Hoe verspreidde de Zwarte Dood zich?
De 14e eeuw in Europa was al een rampzalige tijd, nog voordat de Zwarte Dood aanbrak. Een eerdere plaag had de veestapel getroffen en er waren mislukte oogsten door uitputting van landbouwgrond, wat leidde tot twee grote hongersnoden over heel Europa in 1316 en 1317. Daar kwam bij het oorlogsgeweld, vooral van de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) tussen Engeland en Frankrijk. Zelfs het klimaat verslechterde toen de ongewoon gematigde cyclus van 1000-1300 plaatsmaakte voor het begin van een "kleine ijstijd" waarin de winters gestaag kouder en langer werden, waardoor het groeiseizoen korter werd en de oogsten kleiner.
Deze verwoestende plaag die de mensheid trof was geen nieuw fenomeen, met een ernstige uitbraak in het midden van de 5e eeuw die het Middellandse Zeegebied en Constantinopel in het bijzonder teisterde. De Zwarte Dood van 1347 bereikte Europa waarschijnlijk via Sicilië, toen de ziekte daarheen werd gebracht op vier Genuese graanschepen die vanuit Caffa, aan de Zwarte Zee, terugvoeren. De havenstad was belegerd door Tartaarse Mongolen die besmette lijken de stad in hadden gekatapulteerd, en daar hadden de Italianen de pest opgepikt. Een andere bron van besmetting waren Mongoolse handelaren die de zijderoute gebruikten en de ziekte vanuit Centraal-Azië hadden meegebracht, waarbij China specifiek als bron werd geïdentificeerd na genetische studies in 2011 (hoewel Zuidoost-Azië is voorgesteld als een alternatieve bron, en het feitelijk historisch bewijs van een epidemie veroorzaakt door pest in China tijdens de 14e eeuw zwak is). Vanuit Sicilië was het slechts een korte stap naar het Italiaanse vasteland, hoewel een van de schepen uit Caffa die Genua hadden bereikt, de toegang was geweigerd en daarna was aangemeerd in Marseille en vervolgens in Valencia. Tegen het einde van 1349 was de ziekte zo langs de handelsroutes naar West-Europa gebracht: in Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en Ierland werden de vreselijke gevolgen duidelijk. Als een lopend vuurtje verspreidde de ziekte zich en volgden er pestuitbraken in Duitsland, Scandinavië, de Baltische staten en Rusland tot 1350-1352.
Middeleeuwse artsen hadden geen notie van het bestaan van microscopische organismen als bacteriën, en dus stonden ze machteloos bij de behandeling. De beste kans om mensen nog enigszins te helpen, namelijk door preventie, werd gehinderd door het niveau van sanitaire voorzieningen, dat rampzalig was volgens moderne maatstaven. Een andere nuttige strategie zou zijn geweest om gebieden in quarantaine af te grendelen, maar omdat mensen in paniek vluchtten wanneer er een geval van pest uitbrak, droegen ze ongeweten de ziekte met zich mee en verspreidden die nog verder.
Er waren zoveel pestslachtoffers en zoveel lijken dat de autoriteiten niet wisten wat ze ermee aan moesten; de aanblik van karren hoog opgestapeld met lijken werd algemeen in heel Europa. Het leek erop dat de enige manier van handelen was om thuis te blijven, contact met mensen te vermijden en te bidden. De pandemie doofde ten slotte uit in 1352, maar zou opnieuw terugkeren, met minder hevige uitbraken, gedurende de rest van de middeleeuwen.
[Video:6-2808]
Hoeveel mensen stierven aan de Zwarte Dood?
Hoewel hij zich ongecontroleerd verspreidde, trof de Zwarte Dood sommige gebieden veel ernstiger dan andere. Dit feit en de vaak overdreven dodentallen van middeleeuwse (en sommige moderne) schrijvers betekent dat het uiterst moeilijk is om het totale dodental nauwkeurig in te schatten. Soms slaagden hele steden erin, zoals bijvoorbeeld Milaan, om ernstige gevolgen te voorkomen, terwijl andere, zoals Florence, werden verwoest - de Italiaanse stad verloor 50.000 van zijn 85.000 inwoners (Boccaccio gaf het onmogelijke aantal van 100.000). Parijs zou op het dieptepunt elke dag 800 doden hebben begraven, maar andere plaatsen misten op de een of andere manier het bloedbad. Gemiddeld stierf 30% van de bevolking in getroffen gebieden, hoewel sommige historici de voorkeur geven aan een cijfer dichter bij 50%, en dit was waarschijnlijk het geval in de zwaarst getroffen steden. De cijfers voor het dodental lopen dus uiteen van 25 tot 30 miljoen in Europa tussen 1347 en 1352. De bevolking van Europa zou pas rond 1550 weer terug zijn op het niveau van voor 1347.
Wat waren de gevolgen van de Zwarte Dood?
De gevolgen van zo'n groot aantal sterfgevallen waren ernstig en op veel plaatsen stortte de sociale structuur van de samenleving in. Veel kleinere verstedelijkte gebieden die door de pest werden getroffen, werden verlaten door hun bewoners die een goed heenkomen zochten op het platteland. Het traditionele gezag - zowel het bestuur als dat vanuit de kerk - werd in twijfel getrokken, want hoe konden dergelijke rampen een volk overkomen? Waren gouverneurs en God niet op de een of andere manier verantwoordelijk? Waar kwam deze ramp vandaan en waarom ging hij zo willekeurig tekeer? Tegelijkertijd nam de persoonlijke vroomheid toe en bloeiden liefdadigheidsorganisaties op.
De Zwarte Dood kreeg, zoals de naam al suggereert, een gezicht en gestalte voor de mensen om te helpen begrijpen wat er met hen gebeurde. In de kunst werd hij meestal afgebeeld als Magere Hein, een skelet te paard waarvan de zeis willekeurig mensen in de bloei van hun leven neermaaide. Veel mensen waren volledig verbijsterd door de ramp. Sommigen dachten dat het een bovennatuurlijk fenomeen was, misschien verbonden met de waarneming van een komeet in 1345. Anderen gaven zondaars de schuld, met name de flagellanten van het Rijnland die door de straten paradeerden, zichzelf sloegen en zondaars opriepen zich te bekeren, zodat God deze vreselijke straf zou kunnen beëindigen. Velen vonden het een onverklaarbare streek van Satan. Weer anderen gaven traditionele vijanden de schuld, en eeuwenoude vooroordelen werden opnieuw gevoed, wat leidde tot aanvallen en zelfs bloedbaden onder specifieke groepen, met name Joden, van wie er duizenden naar Polen vluchtten.
De crisis ging voorbij, maar nu doemden er nieuwe, praktische problemen op. Omdat er niet genoeg werknemers waren om aan de dagelijkse behoeften te voldoen, stegen de salarissen en prijzen enorm. De noodzaak van landbouw om mensen te voeden zou een serieuze uitdaging blijken te zijn, net als de enorme daling van de vraag naar gefabriceerde goederen, omdat er gewoon veel minder mensen waren om ze te kopen. Met name in de landbouw waren degenen die konden werken in staat om hogere lonen te vragen en de instelling van de lijfeigenschap waarbij een arbeider pacht betaalde en zich onderwierp aan een landheer zonder te kunnen verhuizen, was gedoemd te verdwijnen. Een meer flexibele, mobieler en onafhankelijker vorm van arbeid was ontstaan. Sociale onrust volgde en vaak braken er regelrechte opstanden uit toen de aristocratie deze nieuwe eisen trachtte te bestrijden. Meer omvangrijke rellen waren die in Parijs in 1358, in Florence in 1378 en in Londen in 1381. De boeren kregen zeker niet alles wat ze verlangden en de roep om lagere belastingen mislukte jammerlijk, maar de oude vorm van feodale horigheid was voorbij om niet terug te komen.
Na de grote hongersnoden in 1358 en 1359 en incidentele, zij het minder ernstige oplevingen van de pest in 1362-3, en opnieuw in 1369, 1374 en 1390, verbeterde het dagelijks leven voor de meeste mensen geleidelijk aan het einde van de jaren 1300. Het algemene welzijn en de welvaart van de boerenstand groeiden ook naarmate bij een geslonken bevolking de concurrentie om land en hulpbronnen ook verminderde. Ook aristocratische landeigenaars waren er snel bij om de niet-opgeëiste gronden van degenen die waren omgekomen op te eisen, en zelfs sociale stijgers onder de boeren konden overwegen hun landbezit te vergroten. Met name vrouwen kregen eigendomsrechten die ze voor de pest niet hadden. De wetgeving op dit punt varieerde afhankelijk van de regio, maar in sommige delen van Engeland bijvoorbeeld mochten vrouwen die hun man hadden verloren zijn land gedurende een bepaalde periode houden totdat ze hertrouwden. of, In andere, meer genereuze rechtsgebieden verloren ze als ze hertrouwden het eigendom van hun overleden echtgenoot niet, zoals voorheen wel het geval was geweest. Hoewel geen van deze sociale veranderingen direct kan worden gekoppeld aan de Zwarte Dood zelf, en sommige inderdaad al in gang waren gezet nog voordat de pest arriveerde, was de schokgolf die de Zwarte Dood aan de Europese samenleving toebracht zeker een bijdragende en versnellende factor in de veranderingen die zich in de samenleving voordeden toen de Middeleeuwen ten einde liepen.