De Parthen regeerden van 247 BC tot 224 AD en creëerden een enorm imperium dat zich uitstrekte van de Middellandse Zee in het westen tot India en China in het oosten. Ten oosten van de Kaspische Zee kwam uit de steppe van Centraal-Azië een nomadische Scythische stam genaamd de Parni. Later de Parthen genoemd die het Seleucidische-rijk overnamen en de Romeinen afweerden, vestigden ze zich als een zelfstandige supermacht. Met een unieke en extreem succesvolle stijl van vechten, bracht het enorme gebied dat ze veroverden hen in contact met goederen en culturele invloeden uit verschillende delen van hun rijk. Uit deze invloeden vermengden de Parthen niet alleen bouwkundige stijlen om hun eigen Parthische bouwstijl te maken, maar ze creëerden ook hun eigen unieke Parthische kunst en kleding.
Partische expansie
Het verhaal van Parthië begint met Seleucus I, een van de grote generaals van Alexander. Na de dood van Alexander verdeelden zijn generaals de veroverde gebieden. Seleucus nam Mesopotamië en andere districten ooit centraal in Perzië en creëerde het Seleucidische-rijk. Verenigend de Griekse infrastructuur en bestuurders, heeft Seleucus de vorm van bestuur van Perzië overgenomen. Met provincies of satrapieën onder leiding van satrapen (gouverneurs) verantwoording afleggend aan een centrale overheid en uiteindelijk aan de koning, werd Parthië een van die satrapieën. Maar Parthië als een Seleucidische-satrapie zouden spoedig een eigen rijk worden.
In het beginstadium bevond de Parthische satrapie zich ten zuidoosten van de Kaspische Zee. Geacht te zijn verbonden met de Scythen van Centraal-Azië, kreeg de nomadische Parni-stam uiteindelijk de controle over Parthië. Terwijl de Seleuciden werden verzwakt door interne oorlogen en conflicten met de Ptolemaeën in het Westen, maakte de Parni hun verplaatsing in het oosten. De deur opende zich voor de Parni in 247 BC toen de lokale gouverneur Andragorus een rebellie tegen Seleucidische heerschappij begon. Wetende dat de Seleuciden waren afgeleid en Andragorus zwak was, veroverde Arsaces (reg. 247-217 BC) Parthië en werd de eerste koning van Parthië. De Seleucidische heerser Antiochus III wilde Parthia terug en zou het in 209 BC heroveren. Tegen die tijd zat de zoon van Arsaces, Arsaces II (reg. 217-191 BC) op de troon. Antiochus had hem kunnen doden, maar in plaats daarvan benoemde hij hem als satraap. Dit kan een vergissing zijn geweest.
Na het vertrek van Antiochus terug naar Syrië, zette de Parthische elite, ontevreden over hun ondergeschiktheid, Arsaces II af en stelden Phridatius (reg. 191-176 BC) aan als hun derde koning. Toen de omstandigheden opnieuw in het voordeel van de Parthen waren, door de vermindering van Seleucidische macht door het Verdrag van Apamea met de Romeinen in 188 BC, viel Phridatius’ zoon, Phraates (reg. 176-171 BC) het Seleucidische rijk aan. Door de Amardianen te veroveren, kreeg Phraates het gebied tussen Hyrcanië in het oosten en Media in het zuidwesten in handen. Op deze manier liet Phraates de bal rollen voor Parthië, maar het kiezen van zijn broer Mithridates (reg. 171-132 BC) als zijn opvolger, zou resulteren in de grootste expansie van Parthië.
Mithridates keerde meteen naar het oosten om Bactria - de buurman van India en China - rond 168 BC te veroveren. Vervolgens keerde hij naar het westen richting Media dat hij aan de aanwinsten van Phraates wilde toevoegen. Stuitend op stevige weerstand in een negenjarige oorlog, werd Media uiteindelijk toegevoegd aan de groeiende territoriale vooruitgang van Parthia in 151 BC. Na een vierjarige onderbreking terug in Hyrcanië, mogelijk om zijn leger opnieuw op te bouwen, dacht Mithridates dat de tijd rijp was om zelfs nog verder naar het westen te kijken in de richting van het allerbelangrijkste halvemaanvormige gebied van de rivieren de Eufraat en de Tigris bekend als Mesopotamië. Ca. 144 BC nam hij Seleucia in, de voormalige Seleucidische hoofdstad. In 141 BC nam hij Babylon in. In staat om de campagne af te weren van Demetrius II in 138 BC om Seleucidische grondgebied te heroveren, keerde Mithridates zich toen naar het zuiden om het Elamite land en de hoofdstad Susa in te nemen. De Seleuciden die hun grondgebied terug wilden hebben, sloegen terug bij de Parthen. De zoon van Mithridates, Phraates II (reg. 132-127 BC) zou de Seleucidische heerser Antiochus VII in de strijd doden, maar zou sterven bij de poging om een muiterij van de Scythen neer te slaan. Na de dood van Phraates II braken er overvloedige opstanden uit op het Parthisch grondgebied. Zou het weefsel van hun imperium nu ontrafelen? Artabanus I en zijn zoon Mithridates II zouden cruciale rollen spelen.
De oom van Phraates II, Arbatanus I (reg. ca. 127-124 BC) zou met succes opstanden onderdrukken in Elam, Characene en Babylon, maar zijn heerschappij werd afgebroken toen hij werd gedood in de strijd tegen de Yuezhi in het oosten. Zijn zoon Mithridates II (reg. 124-88 BC) zou het overnemen en de grootste heerser van Parthië worden. Mithridates zou de actieve rol van Parthië niet alleen versterken in Elam, Characeen, Mesopotamië en Bactria, maar hij voegde ook Albanië en Armenië toe en veroverde de Syrische stad Dura-Europos in het westen. Met grenzen die zich nu uitstrekken van de Middellandse Zee tot China, werd Parthië een geografisch onverbiddelijke en echte supermacht.
De Parthen zouden opnieuw een aantal ernstige uitdagingen ervaren; dit keer vanuit Rome. Phraates III (reg. 70-57 BC) zou Armenië, Albanië en Gordyene in noordelijk Mesopotamië verliezen aan de Romeinen, aanleiding voor zijn zonen om hem te vermoorden. Nadat de burgeroorlog uitbrak, toen Orodes II (reg. 57-37 BCE) zijn broer Mithridates III doodde en de hoofdstad Seleucia heroverde, was de tijd rijp voor Parthische overwinningen. In 53 BC viel Crassus, de Romeinse magistraat, Parthië binnen in de buurt van Carrhae. Orodes stuurde zijn generaal Surena om de zaak af te handelen. Met overweldigend gebruik van Parthische boogschutters te paard, werd Crassus volledig verslagen en werden de Romeinse standaarden afgenomen; een enorme psychologische slag voor Rome. Toen, daar bovenop, verkregen de Parthen Armenië terug met de nederlaag van Mark Antony in 32 BC. Deze twee nederlagen brachten Rome naar de onderhandelingstafel. Om een voortzetting van het conflict te voorkomen dat de verkregen steunpunten aan iedere kant aanzienlijk zou verzwakken, werd een verdrag gemaakt dat Parthië toestond het oog te richten op aanwinsten in de richting van het oosten. Zoals Raoul McLaughlin toepasselijk vermeldt:
In 20 BC stelde Augustus een vredesovereenkomst op de lange termijn zeker met de Parthische koning Phraates IV. Deze overeenkomst stond beide heersers toe om hun militaire activiteiten op andere grenzen te concentreren en daarmee hun respectievelijke rijken te vergroten. (181)
Parthische militaire tactieken
Sleutel tot de Parthische uitbreiding was het unieke gebruik van het paard en de boog. Met een hit en run vechtstijl, was de tactiek van Parthië (inclusief het doen alsof wordt teruggetrokken) zeer geschikt om de geconcentreerde troepenbewegingen van andere naties tegen te gaan. Met boogschutters op de snelste paarden en kameelruiters die voorzagen in een constante toevoer van pijlen, maakten ze gemakkelijke doelwitten van de infanterie die niet in staat was om aan te vallen behalve op korte afstand. Toen de cavalerie van de vijand de achtervolging inzette, hadden de Parthen een antwoord. Zo bedreven in hun dodelijke ambacht, ontwikkelden ze het 'Parthische schot'. In staat om naar achteren te schieten van een paard in volle galop, leverde de Parthische boogschutter dodelijke schoten af op achtervolgende cavalerie. Zodoende konden Parthische ruiters de vijandelijke troepen vanuit alle richtingen benaderen, verwarring scheppend en verwoesting veroorzakend. Tot slot leverde hun zwaar gepantserde cavalerie (katafrakten) met hun lange lansen en zwaarden aanvallende ondersteuning en hulp bij het opruimen van resterende haarden van weerstand.
Parthisch bestuur
De vorm van bestuur van Parthië was een mengsel van praktische antwoorden op lokale behoeften. Heerserschap vanaf de top werd nooit in twijfel getrokken. De "koning der koningen", zoals latere Parthische heersers zichzelf noemden, eisten absolute loyaliteit, maar het praktische gevoel van de regering van Parthië wordt rechtstreeks aangegeven toen Mithridates Griekse edelen in leidinggevende posities hield om een voortzetting van economische en bureaucratische aangelegenheden te waarborgen. In feite verwees Mithridates naar zichzelf als "Philhellene" of "liefhebber van de Griekse cultuur." Griekse nederzettingen in het hele rijk werden met rust gelaten zolang ze schattingen aan de koning betaalden.
Bovendien werden de opstanden ondervonden door de Seleuciden vermeden door hun provincies te delen in kleinere satrapieën die eparchieën werden genoemd. Dit elimineerde de concentratie van regionale macht in de handen van één persoon. De Parthen hebben ook koninkrijken in hun rijk toegestaan om hun eigen koningen te hebben. Dit voorzag in inkomsten uit schattingen en indien nodig militaire bijstand.
Economie en handel
Met de Romeinen vastgehouden in de baai kon Parthië iets proberen met de handel. Zoals Richard Frye vermeldt:
De kleine staten in de vruchtbare halvemaan, die de gedecentraliseerde 'feodale' vorm van bestuur van Parthia bevorderde, ontwikkelden zich sterk als handelscentra van de internationale handel. De eerste twee eeuwen van ons tijdperk was een tijdperk van de handel, en de oase-staten van de 'vruchtbare halvemaan' bloeiden als nooit tevoren. (18)
De commerciële ontwikkeling van de Parthen begon met de infrastructuur die ze hebben geërfd van de Seleuciden. Ze bewaarden wijselijk de steden en wegen die ze kregen overgeleverd. Hun bezit van Armenië en mogelijke toegang tot de Zwarte Zee en de Controle van Hyrcanië en de Kaspische Zee gaf hen toegang tot de centrale Aziatische markten. Hun overname van Persis en steden zoals Antioch-in-Persis bij de Perzische Golf betekende toegang tot de Indiase markten via het water. Hun controle over Elam en de politiek belangrijke stad Susa, en het vruchtbare gebied van Media en zijn rijke stad Ecbatana zou de Parthen cultureel en materieel hebben verrijkt.
Een van de meest gewaardeerde processies van Parthië zou de koninklijke weg zijn geweest. Lopend van oost naar west doorheen Mesopotamia, maakte deze snelweg de positie van Parthië als internationale handelaar hechter - en daarmee Bagdad en Seleucia als toegangspoorten naar het westen. Zich vervolgens uitstrekkend naar het oosten om Bactrië op te nemen, een buurman van India, was de toegang tot de oosterse markten nu rechtstreeks en winstgevend. Ten slotte was de handel met China een reële mogelijkheid. Volgens Wang Tao,
We weten nu dat al in het derde millennium BC een netwerk [van wegen] bestond in het Euraziatische steppenland, dat zich uitstrekte van de Kaspische Zee in het westen, tot het Tarimbekken in het oosten. (87)
Met het expansionistische beleid van de Han-dynastie van China, werd contact met het westen gemaakt. Volgens Chinese kroniekschrijvers bezochten Chinese gezanten Parthië in 115 BC. De uitwisseling van muntenhandel tussen de Parthische koning en de Chinese vertegenwoordigers kon een precedent zijn voor bredere handelsovereenkomsten in de toekomst.
Parthiaanse bouwkunst & Art
Vanwege de locatie van hun rijk, en hun oorsprong in Centraal-Azië, hadden de Parthen als hun bron een breed scala aan invloeden wanneer het om kunst en bouwkunst ging. Daryoosh Akbarzadeh beschrijft Parthië op deze manier:
Bouwkundig bewijs getuigt van de grootsheid van de cultuur en kunst van het Parthische tijdperk. Het culturele erfgoed verbonden aan dit tijdperk is ontdekt over een omvangrijke uitgestrektheid, van de grenzen van China en Centraal-Azië, helemaal tot Mesopotamië en Syrië in het westen. (76)
Sommige geleerden hebben vermoed dat de afwijking van Parthië van Hellenistische invloeden was vanwege haar concurrentie met Rome. Hoe dan ook, in tegenstelling tot de Seleucidische Grieken, ontwikkelden de Parthen hun eigen unieke artistieke en bouwkundige stijl. Lenen uit het oosten en het westen, dat van hen was een mengsel dat gemakkelijk was te herkennen als Parthisch. Hun bouwkunst en kunst gebruikte interessante respectievelijk cirkelvormige en frontale motieven.
Bouwkundig lieten de Parthen bestaande structuren op hun plek staan die onder de Seleucidische Grieken natuurlijk het Hellenistische rechthoekige ontwerp kopieerden met de beroemde en bekende zuilenrijen en driehoekige kenmerken en vandaag de dag nog steeds in het westen worden nagemaakt, maar waar ze konden, probeerden de Parthen anders te zijn. Bij de ingang van een Griekse of Romeinse tempel passeert men een rij zuilen. Bij het betreden van de Parthische tempel bij Hatra, komt men aan onder het oog van gracieuze bogen. De mix van kolommen in Griekse stijl en driehoekige pedimenten met meerdere Parthische bogen in Hatra geeft de tempel de unieke uitstraling van de kant van een stoeprand. Bij het Parthiaanse Assur is het gebruik van Parthische bogen weer prominent aanwezig. Maar het gebruik van cirkelvormen als een bouwkundige functie tijdens de Parthische periode wordt op andere manieren verklaard.
Herinnerend aan het absolute cirkelvormige Chorasme fort in Koi Krylgan Kala (ca. 400 BC - 400 AD) ten oosten van de Kaspische Zee, werden hele Parthische steden en forten ook aangelegd op cirkelvormige wijze. Vergelijkend Seleucidische en Perzische rechthoekige ontwerpen voor sommige Parthische sites, zegt Malcolm Colvedge:
Een zeer verschillende benadering van het ontwerp werd weergegeven door de vaag cirkelvormige vorm van verschillende steden onder Parthische controle of invloed, de Parthische her-oprichting van Ctesiphon, en de wallen rond Carrhai, Takht-i Suleiman en Hatra uit ongeveer de eerste eeuw AD waren nauwkeuriger en doelbewust circelvormig. (34)
In Nisa, hun oorspronkelijke hoofdstad, kozen de Parthen opnieuw de cirkelvorm als een prominente bouwkundig kenmerk. Daar bouwden Parthische bouwmeesters een koepel die het horizon zicht van de stad beheerste. In tegenstelling tot de Romeinse koepels die bovenop ondersteunende structuren zaten, liepen de muren van de koepel van Nisa door tot op de grond. Een omringend vierkant gebouw bevatte de uitwendige horizontale druk van de muren van de koepel. De centrale Aziatische invloed is misschien weer afkomstig van Chorasmia.
Terwijl de Parthische bouwkunst op unieke wijze elementen van de circelvorm heeft opgenomen, zou hun kunst het motief van het vooraanzicht omvatten. Een stijl die de Byzantijnen later zou overnemen, Parthische modellen kijken recht voor zich uit, waardoor een persoonlijke verbinding wordt gemaakt tussen zichzelf en de kijker. Parthen laten ook vaak het sombere aangezicht van de Grieken en Romeinen weg. Verdiepend de directe relatie tussen onderwerp en kijker, lijken sommige figuren bijna vriendelijk. Bovendien zijn naast de creatieve fabricage van kostbare metalen sieraden, brons, aardewerk en stenen figuren, versierde binnenmuren opnieuw getuigenis van de Parthische artistieke keuze en creativiteit. Muuroppervlakken bij Assur waren prachtig versierd met bewerkte pleister met gebruik van geometrische en bloemenpatronen. Deze decoraties zouden elke kamer hebben verhelderd met de toepassing van aanvullende en contrasterende kleuren.
Cultuur en religie
Terwijl de Parthen op een bepaalde manier liberaal waren in hun afwisselende gebruik van artistieke en bouwkundige stijlen, wanneer het kleding betrof was een grotere uniformiteit de norm, in ieder geval onder de heersende klasse. Samenvallend met de macht van het rijk, tegen het einde van de 1e eeuw BC, werden het gordel tuniek en het broekpak populair in het hele rijk. Ruimzittende kleding met meerdere horizontale plooien, soms op een overdreven manier, werd de rage. Sportieve lange snorren, vaak met zeer verzorgde baarden, bevatte de persoonlijke verschijning van Parthische edelen een opbollend kapsel van gemiddelde lengte bevestigd met een hoofdband.
Weten wie de heersers waren door hun kostuum zou essentieel zijn geweest over een enorm rijk van uiteenlopende religies. Omdat het kiezen van een geloof boven andere een opstand zou hebben veroorzaakt, legde de diversiteit aan religies binnen hun rijk de nadruk op de behoefte aan uniformiteit van kleding door Parthische gouverneurs. Terwijl het goede versus het kwade dualisme van Zoroastrianisme en de hoogste god Ahura Mazda wijdverspreid was, werd de verering van de elementen - rivieren, meren, bomen, de zee en de stenen - nog steeds geëerd in westelijk Parthië. De Seleuciden zijnde Grieken, hadden hun pantheon van goden, en hoewel Babyloniërs nog steeds de vruchtbaarheidsgoden Ishtar en Bel vereerden, aanbad een enclave van Joden in Mesopotamië Yahweh. Waar de zon- en maangoden werden vereerd in Hatra, kregen christenen ten oosten van de Tigris, vaste voet tegen het einde van de Parthische periode. Wat de Parthen zelf geloofden is moeilijk te zeggen, maar het is duidelijk dat ze als opperheren tolerant waren bij verschillende overtuigingen - een sleutel tot het regeren door hen gedurende vijfhonderd jaar.
Verval en ondergang
Na hun overwinningen over Crassus en Mark Antony, en de vredesovereenkomst met de Romeinen in 20 BC, hadden de Parthen misschien gedacht dat hun rijk veilig was, maar op bijna domino wijze zouden externe invasies en interne onenigheid hun tol eisen. Hoewel Artabanus II (reg.10-38 AD) met succes de provinciale opstand afhandelde en een strijd over de controle met zijn broer Vonones II won, ontstond er druk van buitenaf aan de oosterse en westerse grenzen van Parthië aan de horizon. In het westen, in 115 AD, viel de Romeinse keizer Trajan Parthia binnen, veroverde Mesopotamië en plunderde de hoofdsteden Seleucia en Ctesiphon. Daarna in het oosten, ondersteunend de oosterse verslaglegging van oorlog tussen de Parthen en Kushana, zou de Kushaanse krijgsheer Kanishka (120-144 BC) zijn rijk in Bactrië vestigen, wat eens de meest oostelijke provincie van Parthia was.
Terug in het westen, hoewel de strijdkrachten door Trajan werden teruggetrokken, zou Rome in ca. 165 AD opnieuw in Parthië komen tijdens de heerschappij van Vologases IV (147-191 AD). De keizer Lucius Verus zou meerdere gevechten winnen en plunderde Seleucia en Ctesiphon opnieuw. Op de een of andere manier slaagden de Parthen erin de Romeinen te verdrijven, maar ze keerden terug in 198 AD. Hoewel de keizer Septimius Severus moest vertrekken vanwege een tekort aan voedsel, zou Mesopotamië voor de derde keer in nauwelijks 83 jaar worden verwoest en zou het Parthische rijk ernstig verzwakt zijn.
Ten slotte, nadat Artabanus IV (reg. 213-224 AD) koning van Media rebelleerde tegen zijn broer Vologasus VI (208-213 AD), werd een precedent gesteld voor een ernstig verzwakt Parthië dat volledig omver werd geworpen door een andere rebellenkoning, Ardashir, stichter van het rijk van de Sassaniden in 224 AD.