Andrea Mantegna (ca. 1431-1506) was een Italiaanse renaissancekunstenaar die het meest bekend is om zijn gebruik van verkort en andere perspectivische technieken in gravures, schilderijen en fresco's. Een ander gemeenschappelijk kenmerk van Mantegna's werk is zijn veelvuldige gebruik van antieke Romeinse beeldhouwkunst en architectuur als decor voor een innovatieve presentatie van bekende religieuze en mythische onderwerpen. Tot zijn beroemdste werken behoren de frescocyclus in het Palazzo Ducale in Mantua en schilderijen als het Gebed in de Hof van Gethsemane en de Bewening van Christus, stuk voor stuk meesterlijke staaltjes van driedimensionaal perspectief in een tweedimensionaal medium.
Jonge jaren
Andrea Mantegna werd geboren op Isola di Cartura bij Padua in Noord-Italië rond 1431. Op jonge leeftijd werd Andrea naar Padua gestuurd om te studeren bij de kunstenaar Francesco Squarcione (1394-1474). Squarcione, die Andrea als zoon adopteerde, was zelf een bekend kunstenaar en hij had een grote werkplaats met een indrukwekkende verzameling oude Griekse en Romeinse kunst, essentiële zaken voor elke ambitieuze renaissancekunstenaar. Andrea moet veel hebben geleerd van zijn 'schildervader', want hij werd op elfjarige leeftijd al opgenomen in het Paduaanse schildersgilde.
Mantegna's werk werd beïnvloed door gevestigde kunstenaars als Donatello (ca. 1386-1466), Paolo Uccello (1397-1475) en Filippo Lippi (ca. 1406-1469). Een andere inspiratiebron was Jacopo Bellini (ca. 1400 - ca. 1470), maar deze relatie oversteeg de kunst toen Mantegna in 1453 met Bellini's dochter trouwde. Bellini bezat ook een groot aantal schetsen van antieke beelden, grafaltaren, munten en inscripties. Mantegna's bewondering voor de klassieke kunst, die hij zo goed kende van Squarcione's werkplaats, zette hem op het spoor om een meester van de Renaissance te worden.
Mantegna's stijl
Mantegna's eerste noemenswaardige werk was de productie van een serie fresco's in de Ovetari-kapel van de Eremitanikerk in Padua. De kunstenaar werkte van 1449 tot 1456 aan deze scènes die het leven van Sint Jakobus en Sint Christoffel tonen; slechts twee panelen zijn bewaard gebleven, in Venetië. De andere werden verwoest tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog, maar gelukkig is er wel een fotografische opname van bewaard gebleven. Zelfs in dit vroege werk toonde Mantegna een zekere originaliteit, met weinig respect voor de conventies van de religieuze kunst. Zo klaagde Ovetari's weduwe Imperatrice, in haar rol van beschermvrouwe van de Eremitani-kapel, Mantegna aan omdat hij niet álle apostelen afbeeldde in een scène met de Hemelvaart van de Maagd. Een ander kenmerk van de fresco's dat toeschouwers in die tijd zal hebben verrast, is Mantegna's keuze om sommige scènes in kikkerperspectief weer te geven, alsof ze van onderaf worden gezien.
Hierna volgde Christus in de Hof van Gethsemane, gemaakt van ca. 1455 tot ca. 1460 met Jezus Christus op het moment van zijn arrestatie. Het schilderij in tempera op paneel vertoont alle elementen die Mantegna's handelsmerk zouden worden: dramatische verkorting van figuren op de voorgrond, verschillende perspectivische effecten, een mix van eigentijdse en klassieke architectonische details en een overzichtelijke vlakverdeling.
Dit schilderij Gethsemane, nu in de National Gallery in Londen, is met name interessant omdat de kunstenaar een gevoel van diepte heeft bereikt zonder gebruik te maken van rechte lijnen - een truc die destijds vaak werd toegepast door tijdgenoten om het oog van de kijker in het schilderij te trekken. In plaats daarvan heeft Mantegna een reeks vloeiende gebogen lijnen gebruikt om binnen de scène drie verschillende niveaus met een terugwijkende achtergrond te creëren. De weg, hoewel niet in zijn geheel zichtbaar, verbindt de niveaus op overtuigende wijze. Een extra gevoel van realiteit wordt bereikt door de enkele lichtbron, in dit geval vanuit de linkerbovenhoek, die zorgt voor bijpassende schaduwvlakken op alle figuren, gebouwen en bergen. Het gebruik van perspectief door kunstenaars als Mantegna was een belangrijk thema van de vroege Renaissancebeweging, waarbij kunstenaars nu niet meer uitsluitend werden gezien als ambachtslieden, maar ook als intellectuelen die het verleden konden bestuderen en precieze wetenschappelijke en wiskundige methoden konden toepassen om bepaalde effecten in hun werk te bereiken.
Mantegna's reputatie reikte inmiddels verder dan zijn geboortestad en hij verhuisde in 1459 naar Verona om een altaarstuk te schilderen voor de kerk van Sint Zeno, met een indrukwekkende behandeling van de Kruisiging (nu in het Louvre). De vergulde omlijsting van het altaarstuk is avantgardistisch met zijn klassieke zuilen en voetstukken. Mantegna was inmiddels een invloedrijke figuur geworden binnen de Renaissancebeweging en tijdens zijn carrière paste hij zijn vaardigheden toe in verschillende media: schilderijen, fresco's en kopergravures. Zijn favoriete onderwerpen waren mythologische en religieuze scènes, die worden weergegeven in zijn "briljant harde, lineaire stijl met heldere niet-atmosferische kleuren" (Hale, 199).
Fresco's in het Palazzo Ducale
Rond 1460 werd Mantegna als hofkunstenaar aangesteld door de machtige Gonzaga-familie van Mantua. Hoofd van de familie en markies van Mantua was in die tijd Ludovico Gonzaga (1412-1478), een man die beroemd was om zijn kennis van en steun aan de kunsten. Mantegna vestigde nu in de stad een grote werkplaats met assistenten en leerlingen. Hij kreeg onder andere de opdracht om het interieur van het Castello di San Giorgio te decoreren, onderdeel van het indrukwekkende Palazzo Ducale. Het werk begon in 1465 en werd voltooid na een ongebruikelijk lange bouwperiode van negen jaar.
Van bijzonder belang is de behandeling door de kunstenaar van de Camera degli Sposi ('bruidskamer', maar in die tijd gewoon bekend als de camera picta of 'geschilderde kamer') die Ludovico gebruikte als zijn slaapkamer. De kamer is bedekt met fantasierijke fresco's, geïnspireerd op episodes uit het leven van Mantegna's beschermheer. Andere leden van de Gonzagafamilie verschijnen ook op de muren van de kamer, naast episodes uit het leven van helden uit de Griekse mythologie als Hercules en Orpheus. Maar het echte wonder zie je pas wanneer je omhoog kijkt. Dit is het eerste plafond uit de Renaissance dat de illusie wekt dat je je in een heel ander soort ruimte bevindt dan in werkelijkheid. Er is de illusie van gewelven met rijk stucwerk en binnen elke ruit staat een buste van een Romeinse keizer binnen een cirkel van laurierbladeren. De oculus of opening in het midden van het plafond is spectaculair en toont de hemel met verschillende naakte engeltjes die over de rand bungelen. Als grapje dat de toeschouwer eigenlijk zelf wordt geobserveerd, turen verschillende figuren naar beneden de kamer in. Eén vrouw fluistert in het oor van een man alsof ze commentaar geeft op wat ze daar beneden kunnen zien.
De opdracht, geschreven in gegraveerde Romeinse letters op een gouden plaquette boven de deuropening van de kamer, luidt:
Voor de illustere Ludovico, tweede Markies van Mantua, eerste onder de vorsten en de meest onverzettelijke in het geloof, en voor zijn illustere vrouw Barbara, onvergelijkbare glorie van vrouwelijkheid, voltooide zijn dienaar Andrea Mantegna uit Padua dit nederige werk in het jaar 1474.
(Paoletti, 356)
De voltooide kamer bracht alle bezoekers in verrukking en versterkte zowel de reputatie van de kunstenaar als die van Ludovico Gonzaga als heerser die aan de top stond van de artistieke ontwikkelingen in renaissancistisch Italië.
Latere werken
In 1488 had Mantegna's faam de oren van de paus bereikt en kreeg hij de opdracht om fresco's te maken in de Belvedère-kapel van het Vaticaan. Helaas werden deze fresco's later vernietigd, hoewel de cartons (schetsen) bewaard zijn gebleven.
Terug in Mantua in 1490 maakte Mantegna zijn beroemde Triomf van Caesar, een serie van negen temperapanelen die opnieuw in opdracht van de Gonzaga's werden gemaakt. Het werk, dat de triomfantelijke terugkeer van Julius Caesar naar Rome toont na het verslaan van de Galliërs, was oorspronkelijk bedoeld om te worden overgebracht op fresco's in een theater in het Palazzo Ducale, maar dit project werd nooit gerealiseerd. Deze panelen kwamen terecht in Hampton Court in Londen nadat ze waren gekocht door Charles I van Engeland (r. 1625-1649).
Tegen het einde van zijn carrière probeerde Mantegna steeds gewaagdere effecten uit, wat het duidelijkst te zien is in het sterk verkorte horizontale lichaam van Christus in zijn Bewening van Christus, nu in de Pinacoteca di Brera in Milaan. Andere late werken zijn onder andere de Madonna della Victoria die werd gemaakt om de overwinning van Mantua (en geallieerden) op de Franse troepen in 1495 te herdenken en die zich nu in het Louvre in Parijs bevindt.
Tot slot maakte Mantegna twee beroemde schilderijen voor de privévertrekken van Isabella d'Este (1474-1539), de vrouw van Gianfrancesco II Gonzaga (1466-1519), de toenmalige heerser van Mantua. Deze twee werken bevinden zich nu in het Louvre, het ene is de Parnassus (1497), het andere is De Deugd triomferend over de ondeugd (ca. 1502); beide zijn veel drukkere en meer flamboyante composities dan eerdere werken van Mantegna.
Het schilderij De Deugd staat bol van de beeldspraak, met Aphrodite/Venus die de Deugd gevangen houdt en bij een afschuwelijk moeras staat dat bewoond wordt door acht ondeugden (waarvan sommige van een opschrift zijn voorzien): Luiheid, Ondankbaarheid, Onwetendheid, Gierigheid, Haat, Achterdocht, Bedrog en Kwaadaardigheid. Er staat ook een duistere figuur in de poel die drie gelabelde zakken draagt: 'het kwade', 'het slechtere' en 'het ergste', misschien verwijzend naar de keuze die iemand heeft bij zijn daden. Athena/Minerva wordt bijgestaan door Diana en Kuisheid, en zij verschijnt volledig bewapend van links, in een geel gewaad. Het trio staat op het punt al deze ondeugden uit de olijfgaard te verdrijven. Tegelijkertijd verschijnen drie deugden (van links naar rechts: Rechtvaardigheid, Kracht en Matigheid of, als alternatief, Geloof, Hoop en Liefdadigheid) in de wolk boven, klaar om af te dalen en het herstel van orde, harmonie en schoonheid te voltooien. De liefde van de kunstenaar voor klassieke architectuur komt tot uiting in de geordende bogen die deze strijd tussen goed en kwaad omsluiten. Het hele werk is zeer geschikt voor de vertrekken van een hofdame, die in die tijd werd gezien als hoedster van morele waarden.
Erfenis
Mantegna was een briljant tekenaar en dit is het beste te zien in zijn gravures waar hij zijn snijgereedschap lijkt te hebben gebruikt alsof het een uitstekend beheerste pen was. De aandacht van de kunstenaar voor details en de technische uitvoering in gravures hielpen om het genre gerespecteerd en populair te maken onder verzamelaars. Eén bepaald werk was bij uitstek invloedrijk, te weten zijn enorme gravure Slag van de Zeegoden (ca. 1490), waarvoor Albrecht Dürer (1471-1528) grote interesse toonde en die hij omzette in een nieuw werk, zijn Bacchanaal met Silenus (1494).
In de schilderkunst zou Mantegna's even knappe als speelse plafond in het Palazzo Ducale navolging krijgen van renaissancekunstenaars als Rafaël (1483-1520) en Correggio (1489-1534) en van latere schilders in de barokstijl. Mantegna had ook de weg gewezen met zijn gebruik van dramatische verkortingen, waarmee hij een verrassingseffect op de kijker creëerde dat kunstenaars daarna zouden blijven nastreven. Vroege en invloedrijke kunsthistorici als Baldassare Castiglione (1478-1529) merkten op dat Mantegna samen met Leonardo da Vinci (1452-1519), Michelangelo (1475-1564) en Rafaël (1483-1520) de top van de renaissancekunstenaars vormde, een positie die hij vandaag de dag nog steeds geniet.