Richard Wagner (1813-1883) was een Duitse componist van romantische muziek die het meest bekend is om zijn epische opera's zoals De Ring, Tannhäuser en Tristan en Isolde. Wagner hield zich gedurende zijn hele carrière bezig met het thema 'verlossing door liefde' en met het presenteren van wat hij 'totaalkunstwerken' (Gesamtkunstwerke) noemde, waarin muziek, poëzie en drama op unieke wijze werden gecombineerd in één voorstelling.
Jonge jaren
Richard Wagner werd op 22 mei 1813 in Leipzig geboren. Binnen enkele maanden verloor de pasgeboren Richard zijn vader Carl Friedrich Wagner, een actuaris bij de politie, aan tyfus. Richard's moeder Johanna, een bakkersdochter, trouwde toen met de schilder Ludwig Geyer, die de jongen aanmoedigde om een carrière in de muziek na te streven. Johanna en Geyer hadden al lang een buitenechtelijke affaire en sommige historici suggereren dat Geyer eigenlijk Wagners vader was. Geyer was van Joodse afkomst, een ironisch gegeven gezien Wagners latere opvattingen over ras.
Het gezin verhuisde naar Dresden waar Richard Carl Maria von Weber (1786-1826) ontmoette, de dirigent van het Koninklijk Theater, die een grote invloed zou hebben op zijn carrière. Toen Geyer overleed, verhuisden Richard en zijn moeder terug naar Leipzig en de jongeman ging in juni 1830 naar de universiteit. Hij studeerde muziektheorie bij Theodor Weinlig, maar anders dan veel andere grote componisten leerde hij nooit een instrument te bespelen. Na zijn afstuderen in 1833 kreeg hij een betrekking als koormeester in Würzburg en werd hij muzikaal directeur van een reizend theatergezelschap. Het was de operavorm die de jonge Wagner echt inspireerde, ook al had hij muzikaal gezien het grootste respect voor de Negende van Ludwig van Beethoven (1770-1827).
Een Europese migrant
In 1837 verhuisde Wagner naar Riga waar hij werk vond als dirigent, maar hij raakte daar zo diep in de schulden dat hij in maart 1839 moest vertrekken. Hij woonde een tijdje in Londen voordat hij in september 1839 naar Parijs verhuisde. Omdat hij met zijn muziek niet in zijn levensonderhoud kon voorzien, richtte Wagner zich op de journalistiek en deed orkestratie voor andere musici. Door zijn gebrekkige financiële vaardigheden kreeg hij al snel weer schuldeisers, zo veel zelfs dat de aspirant-componist korte tijd kennismaakte met het interieur van een schuldengevangenis. In 1842 vertrok hij van Parijs naar Dresden, waar hij vanaf 1843 weer werk vond als dirigent.
In 1849 moest Wagner Dresden verlaten, na de volksopstand in mei van dat jaar die hij publiekelijk had gesteund. Met een arrestatiebevel voor Duitsland vestigde Wagner zich in Zürich, Zwitserland, waar hij verder componeerde. Hij begon ook zijn visie op opera uiteen te zetten in essays, waarin hij zijn nieuwe benadering beschreef waarin muziek en drama onafscheidelijk zouden zijn. In 1849 schreef hij zijn essay Das Kunstwerk der Zukunft en in 1851 Oper und Drama.
In 1853 begon Wagner te werken aan zijn baanbrekende Ring-operacyclus. Dit was een enorm project met vier epische drama's, dat pas in 1876 voltooid zou worden. Toen Wagner in 1860 terugkeerde naar Duitsland, verhuisde hij voortdurend om zijn hardnekkige schuldeisers te ontlopen. Financiële vrijheid kwam er uiteindelijk halverwege de jaren 1860 toen de componist het beschermheerschap ontving van Koning Ludwig II van Beieren (r. 1864-1886). Wonend in München en met al zijn schulden afbetaald, kon Wagner zich weer concentreren op het componeren, maar uiteindelijk zorgden de grote sommen geld die Ludwig uitgaf aan zijn muzikale maestro er wel voor dat het Beierse volk begon te protesteren. Wagner was opnieuw genoodzaakt om verder te trekken.
Karakter en gezinsleven
De muziekhistoricus C. Schonberg geeft de volgende treffende beschrijving van Wagner:
Er was iets Messiaans aan Wagner zelf, een mate van grootheidswaanzin die in de buurt kwam van echte krankzinnigheid... Hij was een kleine man, ongeveer 1.80 m lang, maar hij straalde kracht uit, geloof in zichzelf, meedogenloosheid, genialiteit. Als mens was hij angstaanjagend. Amoreel, hedonistisch, egoïstisch, virulent racistisch, arrogant, vervuld van religieuze ideeën over de Übermensch (die 'superman' was natuurlijk Wagner) en de superioriteit van het Duitse ras, staat hij model voor alles wat onaangenaam is in het menselijke karakter...maar zijn egomanie werd ondersteund door genialiteit, en na hem was muziek niet langer wat het was.
(296-7)
Wagner trouwde op 24 november 1836 met de actrice Wilhelmine (Minna) Planer. De relatie duurde niet lang, want binnen zes maanden ging Minna ervandoor met een andere man. Minna en Wagner kwamen in oktober 1837 wel weer bij elkaar, maar het was niet meer helemaal hetzelfde.
Rond 1852 werd Wagner verliefd op Mathilde, de vrouw van een koopman, Otto Wesendonk - om het nog riskanter te maken, stond Wagner financieel diep in de schuld bij Wesendonk. Toen Wagners vrouw de affaire ontdekte, verhuisde de componist naar Venetië, Luzern en Parijs.
In 1865 was de dirigent bij de première van Wagners opera Tristan und Isolde niemand minder dan Hans von Bülow (1830-1894), maar de ontmoeting tussen de twee musici had gevolgen die verder gingen dan hun openbare leven. Een derde punt in de driehoek van wat een verwarde affaire werd, was de componist Franz Liszt (1811-1886). Wagners carrière was bevorderd door Liszt, die de premières van verschillende van zijn opera's dirigeerde. Wagner en Liszt werden goede vrienden, maar toen Wagner een verhouding kreeg met Liszts dochter Cosima (geb. 1837), die op dat moment getrouwd was met von Bülow, kwam hun relatie onder druk te staan. Minna Wagner stierf in 1866. Wagner woonde daarna met Cosima in Tribschen buiten Luzern en ze trouwden uiteindelijk in 1870. Uiteindelijk verzoenden Wagner en Liszt zich. Wagner en Cosima kregen twee dochters, Isolde (geb. 1865) en Eva (geb. 1867), en een zoon, Siegfried (geb. 1869).
Wagner bewees dat hij in alle opzichten een romanticus was en dirigeerde ooit een groep muzikanten voor zijn eigen deur om Cosima een serenade te brengen ter ere van haar verjaardag in 1870. Het stuk dat de componist koos was zijn eigen symfonische gedicht de Siegfried Idyll, genoemd naar de zoon van het echtpaar. Het huwelijk leed later echter onder Wagners affaire met de getrouwde Judith Mendès aan het eind van de jaren 1870.
Wagners houding tegenover andere componisten was dubbelzinnig. In een artikel uit 1869 viel hij venijnig de dirigeerkunsten van Johannes Brahms (1833-1897) aan, maar het was ook Wagner die de overblijfselen van Von Weber (1786-1826) van Londen, waar hij stierf, naar Dresden liet overbrengen. Misschien met uitzondering van Beethoven, was de enige componist die Wagner echt bewonderde, hijzelf. Wagner schreef ooit: "Ik ben de meest Duitse van alle wezens. Ik ben de Duitse geest. Denk aan de onvergelijkelijke magie van mijn werken." (Schonberg, 309).
De Wagner-opera's
Wagner probeerde zijn eerste opera te schrijven in 1832, maar liet het project varen. Omdat hij liever zijn eigen libretto's schreef, ondernam hij een tweede poging en voltooide zijn Die Feen (De feeën) in 1834, hoewel het pas in 1888 werd opgevoerd. Wagners derde opera was Das Lieberverbot (Het liefdesverbod ) gebaseerd op het toneelstuk Measure for Measure van William Shakespeare (1564-1616). De opera werd slechts één keer opgevoerd, in 1836 in Maagdenburg, maar dit gebrek aan succes had meer te maken met het faillissement van het theatergezelschap dan met een gebrek aan verdienste van de opera. Dankzij zijn dirigentschap in Maagdenburg vergrootte Wagner in ieder geval zijn kennis van Duitse en Italiaanse opera's.
De opera Rienzi werd gedeeltelijk geschreven terwijl Wagner in Riga was en werd voor het eerst opgevoerd in het Hoftheater van Dresden in oktober 1842. Het succes van Rienzi stelde Wagner in staat om zijn visie op wat moderne opera zou moeten zijn verder te ontwikkelen. Hij werd nu geïnspireerd om in de literatuur te duiken om potentieel librettomateriaal te zoeken, met name verhalen uit de Duitse folklore. Hij was vooral geïnteresseerd in de legenden van Lohengrin - de ridder die op zoek gaat naar de Heilige Graal - en Tannhäuser - de dichter-ridder die het ondergrondse huis van de godin Venus ontdekt.
In zijn epische opera's was Wagner, geïnspireerd door filosofen als Arthur Schopenhauer (1788-1860), op zoek naar een nieuw soort artistieke presentatie, die muziek combineerde met andere kunsten zoals poëzie, schilderkunst, toneel, mythologische literatuur en zelfs filosofie en politiek. Deze visie van een 'complete' of 'totale' kunstvorm werd bekend als Gesamtkunstwerk en werd beschreven in de essays van de componist over de kunsten. Wagners opera's waren ook anders doordat ze vaak zeer uitdagende rollen boden, vooral voor de tenor- en sopraanpartijen. Hij schafte ook de aria af omdat "ononderbroken drama uitgedrukt in ononderbroken muziek zijn doel was" (Schonberg, 302).
Wagners nieuwe aanpak oogstte zowel bewondering als kritiek. Wagner werd "een vernietigende kracht volgens sommigen en de laatste hoop voor de muziek voor anderen"(ibid, 304). Uiteindelijk werd Wagner de beroemdste componist ter wereld, maar er waren belangrijke critici, velen van hen zelf componisten of grootheden op hun eigen vakgebied. Clara Schumann beschreef de toeschouwerservaring van een Wagner-opera als "waden door een moeras" (Steen, 459), Leo Tolstoj beschreef een Wagner-opera als "een stomme janklaassenvoorstelling"(ibid), terwijl Virginia Woolf Wagners opera's bestempelde als niets meer dan "schreeuwerige sentimentaliteit"(ibid).
De opera Der fliegende Holländer (De Vliegende Hollander) werd voltooid in 1841, en het libretto in drie aktes van Wagner, gebaseerd op Heinrich Heine's Aus den Memoiren des Herren von Schnabelewopski, vertelt het verhaal van een Hollander die, schuldig bevonden aan godslastering, veroordeeld is tot het bevaren van een schip totdat hij verlost wordt door een trouwe vrouw. Een extra addertje onder het gras is dat de zwervende zeeman maar eens in de zeven jaar een poging mag wagen om de liefde te vinden. De Hollander wordt uiteindelijk verlost door Senta, een Noorse vissersdochter die haar liefde bewijst door zichzelf van een klif te gooien als het schip van de Hollander de haven verlaat. Dit thema van verlossing door liefde zou Wagner de rest van zijn carrière bezighouden. De opera ging in januari 1843 in première in Dresden; het succes was zo groot dat Wagner werd benoemd tot dirigent van het theater.
De opera Tannhäuser und der Sängerkrieg auf dem Wartburg (Tannhäuser en de zangwedstrijd op de Wartburg, meestal kortweg Tannhäuser genoemd) werd voltooid in het voorjaar van 1845. Het plot in drie bedrijven met teksten van Wagner laat de dichter-ridder uit de titel verleiden door Venus. Hij zingt een lied ter ere van haar op het zangconcours van de Wartburg, wat een belediging is voor zijn mederidders, die erop aandringen dat hij de paus om absolutie vraagt. De romantiek wordt belichaamd door Elisabeth, die, wanneer ze hoort van Tannhäusers benarde situatie, sterft aan een gebroken hart. Tannhäuser keert terug naar de Wartburg, ziet Elisabeth op de brandstapel en sterft van verdriet. Pelgrims die naar Rome zijn geweest arriveren bij de tragische scène met de staf van de paus en zijn wonderbaarlijke uitlopende bladeren, die worden opgevat als een teken dat God Tannhäuser heeft vergeven.
De opera ging in première in Dresden in oktober 1845.
De opera Lohengrin werd voltooid in 1848. Het ging in première in het Weimar Hof Theater in augustus 1850, met groot succes. Het libretto in drie bedrijven, geschreven door Wagner op basis van de anonieme legende van Lohengrin, vertelt over hofintriges in het koninkrijk Brabant. De ridder Lohengrin arriveert op een boot getrokken door zwanen en stemt ermee in prinses Elsa te verdedigen bij haar aanspraak op de troon, op voorwaarde dat ze nooit naar zijn naam of afkomst vraagt. Lohengrin verslaat de valse Telramund en trouwt Elsa. Na nog een gevecht met Telramund onthult Lohengrin aan het hof zijn naam en dat hij uit de Tempel van de Heilige Graal komt.
De opera Tristan und Isolde (Tristan en Isolde) werd voltooid in 1859, met zowel muziek als libretto van Wagner. Het plot, over een tot mislukken gedoemde overspelige affaire tussen de titelpersonages, zou wel eens geïnspireerd kunnen zijn op de affaire van de componist zelf met Mathilde Wesendonk. Net als in het echte leven eindigt de opera-affaire in tranen. De opera ging in juni 1865 in première in het Hoftheater in München.
De opera Die Meistersinger von Nürnberg (De meesterzangers van Neurenberg) werd voltooid in de herfst van 1867. Het libretto van Wagner bestaat uit drie aktes en gaat over een zangwedstrijd in Neurenberg, gehouden om te bepalen wie met Eva, de dochter van een goudsmid, zal trouwen, en over de verschillende rivaliteiten en intriges tussen de deelnemers. De opera ging in juni 1868 in München in première.
De operacyclus Der Ring des Nibelungen (De Ring) werd voltooid in 1874, maar pas in 1876 volledig uitgevoerd. Het werk bestaat uit vier epische drama's, bedoeld om gedurende vier opeenvolgende avonden te worden opgevoerd. Das Rheingold (Het Rijngoud) fungeert als een proloog voor het daaropvolgende trio van drama's in drie bedrijven: Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung (Godenschemering). Het plot is "een allegorie, en vertelt over de strijd om de macht tussen de Nibelung-dwergen, de Reuzen en de Goden" (Arnold, 1571). Er is een schat van goud (het Rijngoud), een gouden ring die de drager heerschappij over de wereld geeft, negen krijgersgodinnen genaamd de Walkuren, de helden Siegmund en Siegfried, een vloek, een magische helm, speer en zwaard, en een finale die eindigt met het verbranden van Walhalla, de vernietiging van de goden, en de geboorte van een nieuwe wereld van Liefde. De vier delen beslaan ongeveer 12 uur podiumtijd en zijn thematisch verbonden door het gebruik van muzikale motieven die geïdentificeerd worden met specifieke personages en situaties. De première verliep niet zonder problemen - de vitale ring ging halverwege de opvoering verloren en een ramp met het decor onthulde op een gegeven moment alle toneelknechten - maar sindsdien is de opera niet meer weg te denken uit het repertoire over de hele wereld. Het wordt beschouwd als Wagners meesterwerk.
Wagners laatste opera was Parsifal, voltooid toen de componist in 1882 in Palermo op Sicilië was. Het is een verhaal over de legendarische helende krachten van de Heilige Graal. Het ging in première in Bayreuth in de zomer van 1882 en oogstte veel bijval.
Wagners vernieuwingen
Wagner was een innovatieve componist; hij voegde zelfs gloednieuwe instrumenten toe aan het orkest. Voor De Ring liet hij bijvoorbeeld nieuwe instrumenten maken als de bastrompet en de Wagnertuba die zijn naam draagt. De componist was er ook vaak op uit om het geluidsvolume van zijn orkesten te vergroten. Voor de finale van Das Rheingold gebruikt Wagner bijvoorbeeld zes harpen. Wagner was duidelijk nogal kieskeurig als het om instrumentalisten ging. Hij zei ooit over de altviool dat deze "vaak bespeeld wordt door zieke violisten of door vervallen blazers die ooit bekend waren met de viool" (Wade-Matthews, 108).
Wagner wilde ook graag invloed uitoefenen op het ontwerp van het theater om te zorgen dat het publiek een onbelemmerd zicht had op de acteurs en dat de zaal een uitstekende akoestiek had. Daarom gaf hij de architect Gottfried Semper opdracht om het nieuwe Festspielhaus in Bayreuth te bouwen, dat in 1876 werd voltooid. De eerste productie daar was de Ringcyclus van Wagner voor een publiek van 4000 toeschouwers, waaronder de keizer van Duitsland, een handvol andere Europese vorsten en de wereldpers. In dit theater wordt ook nu nog jaarlijks een Wagnerfestival gehouden.
Nazisme en antisemitische opvattingen
Wagner maakte zich schuldig aan het uiten van antisemitische standpunten in pamfletten als Das Judenthum in der Musik (Het jodendom in de muziek), 1850. Hij viel niet alleen Joodse componisten als Giacomo Meyerbeer (1791-1864) met woorden aan, maar beweerde in zijn geschriften ook dat de Duitse Ariërs afstamden van de goden en dat het innemen van hun rechtmatige plaats als heersers op de een of andere manier werd belemmerd door de zakelijke activiteiten van Joden. In de daaropvolgende eeuw leidden deze standpunten ertoe dat de Duitse nazipartij Wagner als componist bevoordeelde met bijzondere steun (ondanks zijn mogelijke Joodse afkomst via Geyer). Wagnerisme en nazisme werden bedgenoten. Adolf Hitler verklaarde ooit: "Wie het nationaalsocialistische Duitsland wil begrijpen, moet Wagner kennen" (Schonberg, 317). Wagners reputatie heeft sindsdien onder deze associaties geleden.
Wagners beroemdste werken
De beroemdste werken van Richard Wagner zijn:
Der fliegende Holländer, opera (1841)
Tannhäuser, opera ( 1843)
Lohengrin, opera (1848)
Faust ouverture (1839-40, herzien 1855)
Tristan und Isolde, opera (1859)
Die Meistersinger von Nürnberg, opera (1867)
Siegfried Idyll - orkestwerk (1870)
Der Ring des Nibelungen, operacyclus (1874)
Parsifal, opera (1882)
Dood & nalatenschap
In zijn latere jaren leed Wagner aan een slechte gezondheid en hij bezocht Italië vele malen in een poging de symptomen van zijn angina en wondroos te verlichten. Richard Wagner stierf aan een hartaanval toen hij op 13 februari 1883 in Venetië was. De componist werd begraven in de tuin van zijn huis Wahnfried in Bayreuth.
Wagners werk vormde een inspiratie voor veel hedendaagse componisten, met name Anton Bruckner (1824-1896), die symfonieën begon te componeren nadat hij Wagners muziek uit eerste hand had gezien. Wagner beïnvloedde ook de opera's van Richard Strauss (1864-1949), met name Salome (1905) en Elektra (1909). Wagners doel van 'totaalkunst' beïnvloedde kunstenaars in andere genres zoals literatuur en impressionistische en post-impressionistische schilderkunst.
De schaduw van Wagners dominantie in de kunsten vervaagde enigszins na de komst van de nieuwe stijl van modernistische muziek. Een van de grote architecten van die stijl, Claude Debussy (1862-1918), hoewel aanvankelijk een groot bewonderaar van Wagner, beschreef de muziek van de Duitser ooit als "een prachtige zonsondergang die werd aangezien voor een dageraad" (Wade-Matthews, 434). Desondanks waren "de fusie van harmonie en instrumentatie, de uitbreiding van tonaliteit tot het breekpunt en de experimenten in grootschalige structuur die veel van de moderne muziek sinds het einde van de negentiende eeuw hebben gekenmerkt, ondenkbaar geweest zonder Wagner" (Sadie, 321). De opera's van Wagner zijn, samen met die van Giuseppe Verdi, nog steeds een vast onderdeel van de programma's van operahuizen over de hele wereld en het jaarlijkse operafestival van Bayreuth dat Wagner oprichtte, bloeit nog steeds.