Richard Strauss

Definitie

Mark Cartwright
door , vertaald door Theo Poot
gepubliceerd op 11 augustus 2023
Beschikbaar in andere talen: Engels, Frans
Luister naar dit artikel
X
Artikel afdrukken
Richard Strauss by Erler (by Fritz Erler, Public Domain)
Richard Strauss, door Erler
Fritz Erler (Public Domain)

Richard Strauss (1864-1949) was een Duitse dirigent en componist van zowel muziek, zowel in het laatromantische als in het modernistische genre. Hij werd vooral bekend door zijn symfonische gedichten en door opera's als Salome en Elektra, die beide een sensatie veroorzaakten. Strauss kreeg een hele nieuwe generatie bewonderaars toen zijn Also sprach Zarathustra werd gebruikt in de film 2001: A Space Odyssey uit 1968.

Jonge jaren

Richard Strauss werd geboren in München, Duitsland, op 11 juni 1864. Zijn vader Franz-Joseph was eerste hoornist in het hoforkest van München en zijn moeder, Josephine Pschorr, kwam uit een Münchense familie met een succesvol brouwerijbedrijf (het merk bestaat nog steeds). Richard erfde het muzikale talent van zijn vader en nog wat meer, want op vierjarige leeftijd kon hij al piano spelen en op zijn achtste ook viool. Hij componeerde vanaf zijn zesde. Met het geld van zijn moeder en de connecties van zijn vader in de muziekbusiness, was Richard al snel in staat om een aantal van zijn eigen composities te publiceren, waaronder liederen, sonates en symfonieën. Richard studeerde daarbij filosofie en kunstgeschiedenis aan de universiteit van München. Toen hij begin 20 was, demonstreerde hij al "de paradoxale mix van vakkundige spaarzaamheid en provocerende overdaad die het kenmerk werd van zijn latere stijl" (Sadie, 299).

Later, als dirigent, was Strauss niet bepaald een fan van de houtblazerssectie; hij zei ooit: "Als je ze al kunt horen, zijn ze te sterk" (Wade-Matthews, 142). Als componist gebruikte hij ze daarentegen vaak, om te beginnen al in zijn eerste grote werk, de Serenade voor blaasinstrumenten. Strauss' dirigeerstijl was aanvankelijk extravagant, maar ontwikkelde zich tot een heel andere, bijzondere stijl, vooral met betrekking tot zijn eigen composities volgens de critici, die "niet uit konden over de flamboyante aard van de muziek in contrast met de terughoudendheid van zijn gebaren" (Schonberg, 486).

In het begin van de jaren 1880 schreef Strauss zijn Suite in Bes, het Eerste Hoornconcert, een cellosonate en een aantal liederen. Zijn Tweede Symfonie ging in première in New York. In 1885 kreeg de componist de positie van assistent van de beroemde dirigent Hans von Bülow (1830-1894). Deze positie bracht Strauss naar Meiningen in Midden-Duitsland en werd een groot succes voor de jonge componist, want binnen een maand trad von Bülow terug en werd Strauss de chef-dirigent van het gerespecteerde orkest van Meiningen.

Een aura van sensatie omringde de slanke, lange man EN zijn buitensporige muziek (Schonberg).

Romantiek en symfonische gedichten

In 1886 werd Strauss dirigent van de hofopera in München, een functie die hij drie jaar lang bekleedde. Strauss was een bewonderaar van de opera's van Richard Wagner (1813-1883) en van diens ideeën over het Gesamtkunstwerk, dat wil zeggen een 'totaal', alomvattend kunstwerk waarin poëzie, drama en muziek naadloos samengingen. Het was echter niet de opera waar Strauss zich op richtte, maar het symfonische gedicht of Tondichtung (de term die Strauss verkoos), een vorm met orkestmuziek die geïnspireerd is door één enkel idee uit literatuur, kunst of natuur. Strauss' eerste symfonische gedicht was Aus Italien, gecomponeerd toen hij in 1886 in Italië was.

Richard Strauss, 1888
Richard Strauss, 1888
Unknown Artist (Public Domain)

Strauss' ster was rijzende en hij werd benoemd tot assistent-dirigent aan het hof van Weimar in 1889. Hij vond in de jaren 1890 ook nog tijd om te componeren, met name de symfonische gedichten Macbeth, Don Juan (een groot succes), Don Quichot en nog vele andere. Also sprach Zarathustra was een ander succes in 1896, en het sprak in de volgende eeuw opnieuw tot de publieke verbeelding door de film 2001: A Space Odyssey (1968). Hoewel hij in zijn symfonische gedichten vasthoudt aan klassieke vormen, "is er in de beste een humor en een gevoel van licht ironische afstandelijkheid die laten zien dat Strauss zich verwijdert van de romantische ernst van zijn voorgangers" (Arnold, 1756). Deze symfonische gedichten maakten Strauss internationaal beroemd en hun innovatieve stijl zorgde dat "een aura van sensatie de slanke, lange man en zijn buitensporige muziek omringde" (Schonberg, 485). Ironisch genoeg stond het symfonische gedicht als muzikale vorm zelf op het punt om volledig en voorgoed uit de mode te raken. Als Strauss wilde blijven vernieuwen, dan moest dat in een andere vorm gebeuren.

De opera Salome bezorgde Strauss, ondanks wat aanvankelijk getouwtrek met censoren in verschillende landen, nog meer internationale roem.

Familierelaties

Strauss trouwde in 1894 met de sopraanzangeres Pauline de Ahna. Als huwelijkscadeau gaf Strauss zijn vrouw vier liederen (4 Lieder, op. 27). Voor een man wiens muziek eindeloze sensatiekoppen in de pers veroorzaakte, leidde Strauss een opmerkelijk rustig gezinsleven: "nooit was er de minste zweem van schandaal in zijn privéleven" (Schonberg, 486). Richard en Pauline kregen in 1879 een zoon, Franz (bijgenaamd Bubi).

De opera's van Strauss

In de jaren 1890 richtte Strauss zich op de opera. Hij componeerde zijn eerste opera Guntram in 1894, maar dit werd geen succes. Het duurde zeven jaar voordat hij een tweede poging waagde: Feuersnot (Vuurhonger), maar die was niet beter dan Guntram. In 1898 werd Strauss aangesteld als chef-dirigent van de Berlijnse Koninklijke Opera. Niet afgeschrikt door de slechte resultaten van zijn eerste opera's, behaalde Strauss voor de derde keer meer succes met Salome in 1905. Het eenakter-libretto van Salome is gebaseerd op het toneelstuk van Oscar Wilde dat een groot schandaal veroorzaakte. In de plot verkondigt de gevangen Johannes de Doper de komst van de Messias. Koning Herodes vraagt Salome ten dans, wat ze doet op voorwaarde dat ze één wens mag doen. Salome vraagt om het hoofd van Johannes de Doper, danst, ontvangt het hoofd en kust en streelt het (vandaar het schandaal). Herodes walgt ervan (evenals veel muziekcritici) en geeft zijn soldaten opdracht Salome met hun schilden dood te slaan. De partituur van Salome toont de invloed van Wagner en was "een meesterwerk van sensuele, overspannen laatromantiek" (Wade-Matthews, 425). Sommige critici waren niet alleen geschokt door de verhaallijn, maar ook over de moderniteit van de orkestratie; anderen vonden het juist een meesterwerk - Gustav Mahler (1860-1911) was die laatste mening toegedaan.

Western Classical Music, c. 1700-1950
Westerse Klassieke Muziek, ca. 1700-1950
Simeon Netchev (CC BY-NC-ND)

Salome gaf Strauss, na enig getouwtrek met censoren van verschillende landen, meer internationale bekendheid na de premières in Dresden in december 1905, in New York in 1907 (waar het na één uitvoering werd teruggetrokken vanwege publieke verontwaardiging) en in Londen in 1910. Met zijn inkomsten uit de opera bouwde de componist een enorme villa in het bergresort Garmisch in Beieren. Strauss werd erg rijk, want "het was bekend dat Strauss hard onderhandelde en net zoveel hield van het geluid van knisperend geld als van knisperende snaren" (Schonberg, 486). Hij zette zich vol enthousiasme in voor het uitbreiden van het auteursrecht als bescherming voor componisten, en in dit streven was hij succesvol.

De volgende opera, Elektra, is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van de schrijver van de Griekse tragedie Sophocles (ca. 496 tot ca. 406 v. Chr.). Het eenakter-libretto is van Hugo von Hofmannsthal (1874-1929) en gaat over Elektra, die wraak beraamt voor de dood van haar vader Agamemnon, koning van Mycene, door toedoen van zijn vrouw (en Elektra's moeder) Klytaimnestra. In een bloedbad in de familie wordt Elektra geholpen door haar broer Orestes, die Klytaimnestra in het koninklijk paleis vermoordt terwijl Elektra haar moeders minnaar Aegisthos doodt. Elektra krijgt haar verdiende loon voor haar duistere daden wanneer ze instort en sterft terwijl ze danst in een kortstondige triomf. De opera ging in januari 1909 in première in de Hofopera van Dresden. Elektra was een internationaal succes en bevestigde Strauss' status als een van 's werelds belangrijkste componisten en een ware meester van de sopraanstem.

Der Rosenkavalier (De ridder van de roos) is een komische opera in de stijl van soortgelijke werken van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) met een kluchtige romance en wat verkleedpartijen. Het libretto in drie aktes is opnieuw van Hofmannsthal. De opera ging in januari 1911 in première en werd twee jaar later opgevoerd in Londen en New York. Er waren plannen om een bioscoopversie van de opera te maken, maar Strauss sloeg een fraai honorarium af omdat de producenten niet wilden ingaan op zijn eis voor een onversneden versie.

Strauss gaf in deze periode van intense arbeid aan opera's zijn symfonische gedichten niet helemaal op. In 1915 voltooide hij Ein Alpensinfonie, een ambitieus werk met uitgebreid orkest (zo uitgebreid zelfs dat het vandaag nog zelden wordt uitgevoerd). Het werk was geïnspireerd op het idee om een bergtop te beklimmen van zonsopgang tot zonsondergang. De ongebruikelijke percussiesectie omvatte wind- en stormmachines.

Richard Strauss, 1904
Richard Strauss, 1904
Joseph Gaylord Gessford (Public Domain)

Andere samenwerkingsprojecten voor opera's met Hofmannsthal tussen 1914 en 1932 waren Ariadne auf Naxos, Die Frau ohne Schatten (De vrouw zonder schaduw) - volgens Strauss zijn beste opera -, Die ägyptische Helena en Arabella. Deze partituren vertoonden een nieuwe luxueuze elegantie, waarbij sommige critici betreurden dat de meer experimentele dissonantie die Strauss had gebruikt in Salome en Elektra werd verlaten. Strauss gaf zelf toe dat hij vond dat die twee eerdere opera's de grenzen hadden getest van wat een publiek kon verdragen om naar te luisteren, en nu deed hij een stap terug om zich te concentreren op meer diepte van betekenis in plaats van sensationele effecten.

Andere medewerkers voor libretto's in de jaren 1930 waren Stefan Zweig voor Die schweigsame Frau en Joseph Gregor voor Friedenstag, Daphne en Die Liebe der Danaë. Strauss' laatste opera was de eenakter Capriccio (op een libretto van Clemens Krauss en Strauss), die in 1942 in München in première ging. Het lijkt een passende afsluiting van de operacarrière van de componist, omdat de plot draait om een onopgelost debat over wat belangrijker is in een opera, de woorden of de muziek.

Associaties met het nazisme

Toen de Duitse Nazipartij aan de macht kwam en haar invloed op de kunst uitbreidde in de jaren 1930, raakte ook Strauss geaffilieerd met het nazisme. De componist werd in 1933 benoemd tot voorzitter van de Nazi Reichsmusikkammer. In 1935 werd Strauss uit deze functie ontheven omdat zijn schoondochter van Joodse afkomst was. Hij nam ook een gevaarlijk standpunt in en weigerde de professionele banden met zijn librettist Zweig, die Joods was, te verbreken. Strauss moest daarom al zijn officiële functies neerleggen, maar dit weerhield hem er niet van om verder samen te werken met het regime, met name door de partituur te verzorgen voor een film over de Olympische Spelen in Berlijn in 1936. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-45) verbleef Strauss in Oostenrijk. Na het conflict verhuisde hij naar Zwitserland. De componist werd onderzocht op zijn vroegere banden met de Duitse Nazi-partij, maar werd vrijgesproken door een denazificatietribunaal. Zoals de muziekhistoricus D. Arnold opmerkt: "Strauss werd beschuldigd van samenwerking met het [Nazi-] regime, hoewel het bewijs suggereert dat hij gewoon apolitiek was en dat hij zijn Joodse vrienden probeerde te helpen" (1757). Desondanks was de positie van de componist dubbelzinnig en feit blijft dat Strauss' muziek en reputatie sindsdien moeite hadden om zich uit de schaduw van het Nazisme te bevrijden.

De beroemdste werken van Richard Strauss

De beroemdste werken van Richard Strauss zijn (met de eerste uitvoeringsdata tussen haakjes voor de opera's):

Meer dan 200 liederen
Serenade voor blaasinstrumenten
Macbeth, symfonisch gedicht
Don Juan, symfonisch gedicht
Tod und Verklärung, symfonisch gedicht
Till Eulenspiegels lustige Streiche, symfonisch gedicht
Also sprach Zarathustra, symfonisch gedicht
Don Quichot, symfonisch gedicht
Ein Heldenleben, symfonisch gedicht
Symphonia domestica, symfonisch gedicht
Opera Salome (1905)
Elektra, opera (1909)
Der Rosenkavalier, opera (1911)
Ariadne auf Naxos, opera (1912)
Ein Alpensinfonie, symfonisch gedicht
Capriccio, opera (1942)
Vier letzte Lieder, liederen

Home of Richard Strauss, Garmisch
Huis van Richard Strauss, Garmisch
Josef Lehmkuhl (Public Domain)

Dood en nalatenschap

Strauss' naoorlogse werk omvat Metamorphosen, een werk voornamelijk voor solostrijkers en bedoeld om de ondergang van Duitsland onder het nazisme en de vernietiging tijdens de oorlog van grote culturele gebouwen zoals de operagebouwen van Dresden, München en Wenen te verbeelden. Hij schreef ook concerto's voor hoorn en voor hobo, en verschillende sonates voor blaasinstrumenten.

Zijn collectie Vier letzte Lieder (Vier laatste liederen) werd gecomponeerd in 1948 (maar pas uitgevoerd in 1950). Deze liederen zijn voor solozangers met orkestbegeleiding geschreven met teksten gebaseerd op de gedichten van Joseph Freiherr von Eichendorff en Hermann Hesse. Strauss had nog een vijfde lied in gedachten, maar dat werd nooit voltooid. Tot het einde bleef Strauss, ondanks zijn eerdere uitstapjes in het modernistische muzikale landschap, vasthouden aan de Romantische beweging, die hij overleefd had. Hij negeerde liever de ontwikkelingen in de muziek van figuren als Sergej Prokofjev (1891-1953) en Igor Stravinsky (1882-1971). Dit maakte het werk van Strauss rijp voor kritiek van de nieuwe generatie modernistische componisten, maar zijn positie als een van de grote componisten van de late 19e en vroege 20e eeuw was inmiddels veiliggesteld, zoals blijkt uit een festival van zijn werk dat in 1947 in Londen werd gehouden. Richard Strauss stierf in zijn villa in Garmisch op 8 september 1949.

Vragen en antwoorden

Waren Richard Strauss en Johann Strauss familie van elkaar?

De componisten Richard Strauss en Johann Strauss waren geen familie van elkaar.

Waar werd Richard Strauss het meest om bekend?

De Duitse componist Richard Strauss werd vooral bekend door zijn opera's Salome en Elektra en zijn symfonische gedicht Also sprach Zarathustra.

Welk instrument bespeelde Richard Strauss?

Richard Strauss kon piano en viool spelen, maar hij was geen virtuoos. Hij concentreerde zich liever op dirigeren en componeren.

Over de vertaler

Theo Poot
1953. Na 45 jaar onderwijs nu gepensioneerd. Ervaring in basis- en voortgezet onderwijs (docent geschiedenis), educatief schrijven en redactie (geschiedenismethodes, digitale projecten), toets- en examenconstructie.

Over de auteur

Mark Cartwright
Mark is een fulltime schrijver, onderzoeker, historicus en redacteur. Speciale interesse gaat uit naar kunst, architectuur en het ontdekken van ideeën die alle beschavingen gemeen hebben. Hij heeft een MA in politieke filosofie en is een WHE Publishing Director.

Dit werk citeren

APA-stijl

Cartwright, M. (2023, augustus 11). Richard Strauss [Richard Strauss]. (T. Poot, Vertaler). World History Encyclopedia. Ontleend aan https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-22130/richard-strauss/

Chicago stijl

Cartwright, Mark. "Richard Strauss." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. Laatst gewijzigd augustus 11, 2023. https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-22130/richard-strauss/.

MLA-stijl

Cartwright, Mark. "Richard Strauss." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. World History Encyclopedia, 11 aug 2023. Web. 21 nov 2024.