![The Silk Road at Its Height in the Late 8th Century (by Simeon Netchev, CC BY-NC-ND) The Silk Road at Its Height in the Late 8th Century (by Simeon Netchev, CC BY-NC-ND)](https://www.worldhistory.org/img/r/p/500x600/146.png?v=1739156164-1738836844)
De Zijderoute was een netwerk van oude handelsroutes, formeel opengesteld tijdens de Han-dynastie van China in 130 v. Chr., dat de regio's van de oude wereld met elkaar verbond in de handel tussen 130 v. Chr. en 1453 n. Chr. De Zijderoute was dus geen enkelvoudige weg maar een samenstel van routes van oost naar west.
De Europese ontdekkingsreiziger Marco Polo (1254-1324 n.Chr.) reisde op deze routes en beschreef ze uitvoerig in zijn beroemde werk, maar hij heeft ze geen naam gegeven. Beide termen voor dit netwerk van wegen - zijdeweg en zijderoutes - werden in 1877 bedacht door de Duitse geograaf en reiziger Ferdinand von Richthofen, die ze 'Seidenstrasse' (enkelvoud) of 'Seidenstrassen' (meervoud) noemde. Polo, en later von Richthofen, maken melding van de goederen die over de zijderoute heen en weer werden vervoerd.
Van West naar Oost werden o.a. vervoerd:
- Paarden
- Zadels en tuig
- Wijnstokken en druiven
- Honden en andere dieren, zowel exotisch als tam
- Bont en huiden
- Honing
- Fruit
- Glaswerk
- Wollen dekens, vloerkleden, tapijten
- Textiel (zoals gordijnen)
- Goud en zilver
- Kamelen
- Slaven
- Wapens en harnassen
Van Oost naar West reisden de volgende goederen:
- Zijde
- Thee
- Kleurstoffen
- Kostbare stenen
- Chinees aardewerk (borden, kommen, kopjes, vazen)
- Porselein
- Kruiden (zoals kaneel en gember)
- Bronzen en gouden voorwerpen
- Medicijnen
- Parfums
- Ivoor
- Rijst
- Papier
- Buskruit
Het netwerk werd geregeld gebruikt vanaf 130 voor Christus, toen de Han-dynastie officieel de handel met het westen opende, tot 1453 na Christus, toen het Ottomaanse Rijk de handel met het westen boycotte en de routes sloot. Tegen die tijd waren de Europeanen gewend geraakt aan de goederen uit het oosten en toen de Zijderoute werd afgesloten, moesten kooplieden nieuwe handelsroutes vinden om aan de vraag te kunnen blijven voldoen.
De sluiting van de Zijderoute was het begin van het Tijdperk van de Ontdekkers (1453-1660) dat zou worden bepaald door Europese ontdekkingsreizigers die de zee opgingen en nieuwe routes in kaart brachten om de handel over land te vervangen. Het tijdperk van de ontdekkingsreizen zou culturen over de hele wereld beïnvloeden, omdat Europese schepen sommige landen opeisten in naam van hun god en land, en andere beïnvloedden door de introductie van de westerse cultuur en religie. Tegelijkertijd beïnvloedden deze andere naties op hun beurt ook de Europese culturele tradities. De Zijderoute had - van de opening tot de sluiting - zo'n grote invloed op de ontwikkeling van de mondiale beschaving dat die niet weg te denken is uit de moderne wereld.
Perzische koninklijke weg
De geschiedenis van de zijderoute dateert eigenlijk al van vóór de Han-dynastie, aangezien de Perzische koninklijke weg, die zou gaan dienen als een van de belangrijkste verkeersaders van de zijderoute, werd aangelegd tijdens het Achaemenidische Rijk (ca. 550-330 v. Chr.). De Perzische koninklijke weg liep van Susa in het noorden van Perzië (het huidige Iran) naar de Middellandse Zee in Klein-Azië (het huidige Turkije) en had poststations langs de route met verse paarden voor afgezanten om snel berichten door het hele rijk te bezorgen. Herodotus schreef over de snelheid en efficiëntie van de Perzische boodschappers:
Er is niets ter wereld dat sneller reist dan deze Perzische koeriers. Noch sneeuw, noch regen, noch hitte, noch duisternis van de nacht weerhoudt deze koeriers ervan om hun aangewezen etappes met de grootste snelheid te voltooien. (Historiën VIII.98)
Deze regels zouden eeuwen later het credo vormen van het postkantoor van de Verenigde Staten van Amerika. De Perzen onderhielden de koninklijke weg zorgvuldig en breidden deze na verloop van tijd uit met kleinere zijwegen. Deze wegen bereikten uiteindelijk het Indiase subcontinent, door Mesopotamië en tot in Egypte.
China en het westen
Nadat Alexander de Grote de Perzen had overwonnen, stichtte hij in 339 v. Chr. de stad (later Grieks koninkrijk) Alexandrië Eschate in de Fergana-vallei van Neb (het huidige Tadzjikistan). Alexander liet zijn gewonde veteranen achter in de stad en trok verder. Na verloop van tijd vermengden deze Macedonische krijgers zich met de inheemse bevolking en ontstond de Grieks-Bactrische cultuur die na de dood van Alexander floreerde onder het Seleucidische Rijk.
Onder de Grieks-Bactrische koning Euthydemus I (r. 260-195 v. Chr.) breidden de Grieks-Bactriërs hun bezittingen uit. Volgens de Griekse historicus Strabo (63-24) "breidden de Grieken hun rijk uit tot aan de Seres"(Geografie XI.ii.i). `Seres' was de naam waaronder de Grieken en Romeinen China kenden, wat betekent: `het land waar zijde vandaan komt.' Men denkt dat het eerste contact tussen China en het westen rond het jaar 200 voor Christus plaatsvond.
De Han-dynastie van China werd regelmatig lastiggevallen door de nomadische stammen van de Xiongnu aan hun noordelijke en westelijke grenzen. In 138 v. Chr. stuurde keizer Wu zijn afgezant Zhang Qian naar het westen om met het Yuezhi volk te onderhandelen over hulp bij het verslaan van de Xiongnu.
Zhang Qian's expeditie bracht hem in contact met veel verschillende culturen en beschavingen in Centraal-Azië, waaronder diegenen die hij de 'Dayuan' noemde, de 'Grote Ioniërs', de Grieks-Bactriërs die afstamden van het leger van Alexander de Grote. De Dayuan hadden machtige paarden, rapporteerde Zhang Qian aan Wu, en deze konden effectief ingezet worden tegen de plunderende Xiongnu.
Het gevolg van Zhang Qian's reis was niet alleen verder contact tussen China en het westen, maar ook een georganiseerd en efficiënt paardenfokprogramma in het hele land om een cavalerie uit te rusten. Het paard was al lang bekend in China en werd al in de Shang Dynastie (1600 - 1046 v. Chr.) gebruikt in oorlogsvoering voor cavalerie en strijdwagens, maar de Chinezen bewonderden het westerse paard om zijn grootte en snelheid. Met het westerse paard van de Dayuan versloeg de Han-dynastie de Xiongnu. Dit succes inspireerde keizer Wu om te speculeren over wat er nog meer te winnen viel bij handel met het westen en in 130 v. Chr. werd de Zijderoute geopend.
Tussen 171-138 v. Chr. voerde Mithridates I van Parthië campagne om zijn koninkrijk in Mesopotamië uit te breiden en te consolideren. De Seleucidische koning Antiochus VII Sidetes (r. 138-129 v. Chr.) verzette zich tegen deze expansie en, ook uit wraak voor de dood van zijn broer Demetrius, voerde hij oorlog tegen de Parthische troepen van Phrates II, Mithridates' opvolger. Met de nederlaag van Antiochus kwam Mesopotamië, en daarmee ook de Zijderoute, onder Parthische heerschappij. De Parthen werden zo de centrale tussenpersonen tussen China en het westen.
Goederen verhandeld via de Zijderoute
Veel verschillende soorten goederen vonden hun weg via het handelsnetwerk van de Zijderoute, maar de naam is te danken aan de populariteit van Chinese zijde in het westen. De zijderoute strekte zich uiteindelijk uit van China via India, Klein-Azië en Mesopotamië naar Egypte, het Afrikaanse continent, Griekenland, Rome en Groot-Brittannië.
De noordelijke Mesopotamische regio (het huidige Iran) werd China's meest nabije partner handelspartner, als onderdeel van het Parthische Rijk, waardoor belangrijke culturele uitwisselingen op gang kwamen. Papier, dat door de Chinezen tijdens de Han-dynastie was uitgevonden, en buskruit, ook een Chinese uitvinding, hadden een veel grotere invloed op de cultuur dan zijde. De kostelijke specerijen uit het oosten droegen ook meer bij dan de mode die voortkwam uit de zijde-industrie. Toch was tegen de tijd van de Romeinse keizer Augustus (27 v. Chr. - 14) de handel tussen China en het westen stevig gevestigd en was zijde het meest gewilde product in Egypte, Griekenland en vooral in Rome.
De Romeinse liefde voor zijde
Voordat hij keizer Augustus werd, greep Octavianus Caesar het controversiële onderwerp van 'zijden kleding' aan om zijn tegenstanders Marcus Antonius (83-30 v. Chr.) en Cleopatra VII (69-30 v. Chr.) wegens immoreel gedrag aan te klagen. Omdat ze allebei de voorkeur gaven aan Chinese zijde, die steeds meer werd geassocieerd met losbandigheid, gebruikte Octavianus deze link om zijn vijanden te kleineren. Octavianus zou zegevieren over Antonius en Cleopatra, maar hij was niet in staat om de populariteit van zijde in te perken.
De historicus Will Durant schrijft:
De Romeinen dachten dat [zijde] een plantaardig product was, afgekamd van bomen, en waardeerden het op zijn gewicht in goud. Veel van deze zijde kwam naar het eiland Kos, waar het werd geweven tot jurken voor de dames van Rome en andere steden; in 91 na Christus moest de relatief arme staat Messenië zijn vrouwen verbieden om doorzichtige zijden jurken te dragen bij religieuze wijdingen. (329)
Tegen de tijd van Seneca de Jongere (4 v. Chr. - 65 n. Chr.) waren conservatieve Romeinen nog vuriger dan Augustus in het hekelen van Chinese zijde als immorele kleding voor vrouwen en verwijfde kleding voor mannen. Deze kritiek hield de zijdehandel met Rome echter niet tegen en het eiland Kos werd rijk en welvarend door de productie van zijden kleding.
Durant schrijft: "Italië had een 'ongunstige' handelsbalans - het kocht onbekommerd meer dan het verkocht", maar exporteerde nog steeds luxe goederen naar China als "tapijten, juwelen, barnsteen, metalen, kleurstoffen, medicijnen en glas" (328-329). Tot in de tijd van keizer Marcus Aurelius (r.161-180) was zijde de meest gewaardeerde handelswaar in Rome en geen conservatieve kritiek leek deze handel of de mode te kunnen afremmen.
Zelfs na Aurelius bleef zijde populair, hoewel steeds duurder, tot de val van het Romeinse Rijk in 476. Rome werd overleefd door zijn oostelijke wederhelft die bekend werd als het Byzantijnse Rijk, dat ook de Romeinse verliefdheid op zijde voortzette. Rond 60 werd het westen zich ervan bewust dat zijde in China niet aan de bomen groeide, maar werd gesponnen door zijderupsen. De Chinezen hadden deze oorsprong heel bewust geheim gehouden en toen het geheim eenmaal bekend was, bewaakten ze hun zijderupsen en het proces om de zijde te oogsten zorgvuldig.
De Byzantijnse keizer Justinianus (r. 527- 565 CE) was het zat om de exorbitante prijzen te betalen die de Chinezen voor hun zijde vroegen en stuurde twee afgezanten, vermomd als monniken, naar China om zijderupsen te stelen en terug naar het westen te smokkelen. Het plan was succesvol en gaf de aanzet tot de Byzantijnse zijde-industrie. Toen het Byzantijnse Rijk in 1453 in handen van de Turken viel, sloot het Ottomaanse Rijk de oude vertakkingen van de Zijderoute af en verbrak alle banden met het westen.
De erfenis van de Zijderoute
De grootste waarde van de Zijderoute was de uitwisseling van cultuur. Kunst, religie, filosofie, technologie, taal, wetenschap, architectuur en elk ander element van beschaving werd langs deze routes uitgewisseld, samen met de handelsgoederen die de kooplieden van land tot land verhandelden. Maar langs dit netwerk verspreidden zich ook ziektes, zoals blijkt uit de verspreiding van de builenpest in 542, die vermoedelijk via de Zijderoute in Constantinopel aankwam en het Byzantijnse Rijk decimeerde.
De sluiting van de Zijderoute dwong kooplieden om de zee op te gaan om hun handel te drijven. Zo begon het tijdperk van de ontdekkingen, dat leidde tot wereldwijde interactie en het begin van een wereldgemeenschap. In zijn tijd diende de Zijderoute om het begrip van de mensen van de wereld waarin ze leefden te verbreden; de sluiting ervan zou de Europeanen de oceaan over stuwen om de Nieuwe Wereld van de Amerika's te verkennen en uiteindelijk te veroveren, waarmee de zogenaamde Columbiaanse Uitwisseling begon, een uitwisseling van goederen en waarden die volledig ten nadele uitpakte van de inheemse bevolking van de Nieuwe Wereld. Op deze manier kan gezegd worden dat de Zijderoute de basis heeft gelegd voor de ontwikkeling van de moderne wereld.